Dreams Top Rock, de vorige plaat van Pluramon gooide hoge ogen en zorgde in beperkte kring zelf voor een kleine hype. Niet in het minst omdat Julee Cruise – de zangeres die wereldbekend werd toen ze het titelnummer van ‘Twin Peaks’ inzong en ironisch genoeg pas echt scoorde toen Moby het plunderde en bewerkte tot een clubhit – de zanglijnen voor haar rekening nam. Het aandeel van Cruise was onmiskenbaar het recept voor succes, maar dat ook Kevin Drumm, Felix Kubin and Keith Rowe hand- en spandiensten leverden voor bedenker en inspirator Markus Schmickler is minder bekend. Op zich hebben we Pluramon altijd een vreemd zijsprongetje gevonden van Schmickler die onder zijn eigen naam aan de lopende band platen uitbrengt. Enkele maanden terug bespraken we voor dit blad nog Amazing Daze, de samenwerking tussen Marcus Schmickler en Hayden Chisholm. Uit eigen werk citeren we volgende zinsnede: Vooral dat tweede nummer is een stevige lap geluid. De snerpende uithaal was verwacht, maar bleef langer dan verwacht in onze trommelvliezen kleven. Deze vijfde plaat (!) als Pluramon lijkt net als zijn voorgangers voor de pianist uit Keulen het perfecte tegengewicht voor zijn ander werk. Ook nu is de pathos overdadig aanwezig, dikt Schmickler zijn suikerzoete, kristalheldere geluid buiten proporties aan en kan Cruise voluit gaan. Nu kan een stevige portie shoegazing ons wel bekoren, toch vinden we de aanpak van Ulrich Schnauss, ook iemand die niet bekend staat voor zijn sobere aanpak, sterker en overtuigender. Alle kritische bedenkingen ten spijt blijft Pluramon net door de breedvoerige en gezwollen aanpak wel iets apart hebben. De bescheidenheid voorbij.