Face A L’Est

Zo rond de eeuwwisseling was ‘My Way’ van Akufen de plaat die mijn wereld en bij uitbreiding de wereld van de dansmuziek binnenstebuiten keerde. Goed, Herbert bestond al. De kale Brit wist haast op zijn eentje technomuziek op een hoger niveau te tillen en het de nodige au serieux te geven, maar de gloed die van ‘My Way’ afstraalde, was toch ongezien verfrissend. In de slipstream van de Canadees en met steun van het vermaarde Mutekfestival maakten ook Stephen Beaupré, Crackhaus en The Mole hun opwachting. Montreal was even de hipste plaats van deze wereldbol en de razendsnelle kurkdroge minimal zou niet veel later aan een mondiale veroveringstocht beginnen. Akufen zelf bleef op labels als Perlon of zijn eigen Risquéelabel platen uitbrengen, maar wist zich toch voorbijgestoken door de Chileense Zwitser Ricardo Villalobos. Nieuw werk van Guillaume & The Coutu Dumonts op Risquée bewijst dat Canada nog steeds een vooraanstaande rol mag opeisen binnen de dance. De groep rond Guillaume Dumont liet zich inspireren door Afrikaanse percussie en schakelt vanaf het openingsnummer ‘Salaat Lingue Re’ in een hogere versnelling. Het zijn echter ‘Les Gans’ en ‘Yenon’ met saxofoon die de plaat helemaal opentrekken. Diepgang is ook het sleutelwoord om Treibstoff te omschrijven. Het label heeft in onze contreien een beperkte aanhang, maar bewijst met de verzamelaar ’10 Years Treibstoff’ dat ze terecht tot een van de sterkere spelers mogen gerekend worden. Dat ook mensen als Rob Acid en Gabriel Anada werk uit hebben op het label is veelzeggend. Liefhebbers van dansmuziek die ook thuis kan geconsumeerd worden, krijgen hier twee waardevolle tips mee.

tekst:
Peter Deschamps
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!