Al die willen te kaperen varen, moeten mannen met baarden zijn. En dat geldt tegenwoordig blijkbaar ook voor Amerikaanse singer-songwriters. Dat moeten mannen met baarden zijn. Zo ook ex-professor filmkunde Sam Beam, beter bekend onder zijn pseudoniem Iron & Wine. Een man die sinds zijn vorige album, een samenwerking met Calexico, nieuwe paden probeert te bewandelen met zijn muziek. Joey Burns en Paul Niehaus van Calexico spelen trouwens op een aantal nummers van ‘The Shepherd’s Dog’ mee. Het geluid is voller geworden dan op zijn eerste twee platen. Daarop was de muziek overwegend akoestisch ingekleurd. Op dit album kleurt een volledige band de muziek bij. Natuurlijk blijft de warme, emotionele stem van Sam Beam overeind. Een aantal van die pogingen om het geluid te verbreden, zijn zonder meer geslaagd te noemen. Zoals het op een honky-tonk-piano drijvende ‘The Devil Never Sleeps’ of de handklaps in ‘Boy With A Coin’. Soms gaat het experimenteren met geluid wel een beetje in de mist. Iron & Wine levert hier wel een veelzijdige plaat af die opnieuw een aanzet geeft tot nog meer en beter. Maar leg ik de lat nu niet te hoog ? Tja, dat is het gevolg van het hoge niveau dat we van Sam Beam gewoon zijn. Dat er een song over de oorlog in Irak op de plaat staat, is ook bijna standaard geworden bij Amerikaanse singer-songwriters. Of het goed afliep met die mannen die wilden te kaperen varen? Eigenlijk weet ik het niet meer. Hopelijk beter dan met de oorlog in Irak.