Harris Newman/Mauro Pawlowski

Twee releases op twee jonge labels. Vier artiesten met een behoorlijk indrukwekkende staat van dienst; drie – Rudy Trouvé, Craig Ward en Mauro Pawlowski – bij The Love Substitutes en samen minstens twintig (Antwerpse) groepen en één – Harris Newman – bij het Canadese Hrsta. Newman en Pawlowski namen voor Glasvocht een split-lp op met gitaarstukken. Harris Newman pikt aan bij de lange traditie van ragagitaar: soms uiterst simpel, soms ronduit virtuoos. Diepe, spooky bassen ondersteunen kletterende, repetitieve bluesy licks. Nu eens zeer strak, dan weer dromerig-impressionistisch. Hier is een jonge stielman aan het werk die niet in het bakje afleggertjes heeft gegraaid omdat een Belgisch label ‘m daarom gevraagd heeft, maar drie volwaardige nummers aanlevert. Mauro Pawlowski mocht de tweede kant van het vinyl vullen. Wanneer Pawlowski vrij spel krijgt, kan het al eens gebeuren dat hij begint te improviseren met een scooter en een trapladder (zélf gezien!), maar als de man zijn geboortenaam Mauro Antonio Pawlowski bovenhaalt is de kans groot dat het om solo-impro-gitaar gaat. Zo kwam een viertal jaar geleden nog de mooie lp ‘Secret Guitar’ uit op Roborecords: twee plaatkanten ruwe improvisatie op akoestische gitaar. Voor deze Glasvocht-plaat gaat Mauro elektrisch, zonder daarom alles dicht te metselen; er blijft veel ruimte voor – euhm – ruimte. De vorm is vrijer dan op ‘Secret Guitar’. Hier en daar wordt wat ijle stem (denk Will Oldham op zware medicatie) toegevoegd, maar verder beperkt Pawlowski zich tot uitgepuurde, soms bevreemdende gitaarklanken en versterkerruis. Ideaal materiaal voor koude augustus-, september- en oktoberavonden. Pawlowski/Trouvé/Ward dan, op het Engelse Jesus Factory, een label dat de ondankbare taak op zich heeft genomen om hun favoriete Belgische artiesten – in de praktijk vooral aan het Antwerpse Heaven Hotel gerelateerde bands – te promoten in de met next big things gevulde slangenkuil die Groot-Brittannië is. Of het doorbraaksgewijs iets gaat opleveren, is nog maar de vraag, maar een mooie plaat is belangrijker dan foto’s in de muzikale tabloids. Craig Ward is – hij zal het niet graag horen – verantwoordelijk voor enkele van de meest catchy gitaarlijnen in het verzameld werk van dEUS. Voor deze plaat trekt hij echter resoluut de kaart van drones, bleeps en hangend onheil. Twee lange tracks draagt Ward bij – de intro en de outro. Lappen lawaai in vrije vorm. Hier en daar een zorgvuldig weggemoffelde, bijna-contemplatieve zanglijn. Rudy Trouvé laat ons negen nummers lang toe in zijn mentale huishouding: thuisopnames van rustige nummers, waarbij hij zichzelf spaarzaam begeleidt op akoestische gitaar of rudimentaire keyboards. Hier en daar duikt een drumcomputer of een handklapje op, maar verder laat hij vooral uw en onze fantasie de vrije loop. En in die fantasie kon ‘Uncertainty’ zo op een van vocalen voorziene plaat van Penguin Café Orchestra. En dat deed ons er dan weer aan denken dat Simon Jeffes al tien jaar niet meer onder ons is. En dat dààr niemand in de televisiewereld aandacht aan besteed heeft!Pawlowski, tenslotte, trekt hier resoluut de kaart van de licht-industriële, licht-dadaïstische lofi-popsong. ‘Death, A Physical Disaster’ is de titel van zo’n liedje, opgebouwd uit met elastiek en spuug aan elkaar hangende drumcomputers; iets dat klinkt als een paniekerig badeendje en een gitaarrif, die maar van één Belgische Italo-Pool kan komen: Mauro Pawlowski. De man speelt overigens op 9 november op de Gonzo-avond in het Brusselse De Buren een improvisatie-duel met Rutger ‘Machinefabriek’ Zuyderveldt.

tekst:
Stijn Buyst
beeld:
HarrisNewmanMauroP_HarrisNewmanMauroP
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!