We zijn klaar voor verandering, verandering in hetzelfde universum. Wie vroeger De Portables wilde omschrijven, goochelde met woorden als Belgisch, postrock en (K-R-A-A-K)³ en sloeg op dat moment vrij goed raak. De zoemende radiostilte, de schaarse live-optredens en de opvallende single Haut Gay, een popnummer dat zich aandiende als een niemendalletje, maar vervelde tot een glinsterende fabel die schaamrood op de wangen van iemand als Daan kleurde, luidde verandering, verademing in. Topless Is More ligt voor ons en uit respect voor mensen als Wio en Köhn gaat men daar toch even voor zitten. Opvallend is dat de flauwe humor nog steeds hoogtij viert. De halve titel Topless Is More, het fleurige hoesontwerp (onderbroeklol met een bh) en de halfbakken teksten – I meet you on a vegetarian barbecue, quest for meat, rumsteaklover in het voor de rest sterke en imponerende Vegetarian BBQ zijn slechts enkele voorbeelden die aantonen dat De Portables nog steeds jongens van bij ons zijn die niet de zinderende ambities hebben om de wereld te veroveren. Helaas, zou een mens haast denken. Want Topless Is More is een ijzersterke plaat. Het openingsnummer Col Phillins flirt nadrukkelijk met Mogwai, maar overklast op technisch niveau moeiteloos de Schotse peetvaders. Superdedubber opent als een triphopnummer dat onderweg gegijzeld wordt door een postrockgroep met net iets te veel tijd. En de eerste zeven minuten van Triportit zijn een onvervalst, lichtvoetige stukje Franse chanson dat keer op keer moeiteloos zonnestralen opwekt. Vinden we Topless Is More een intergalactische plaat? Nipt. Net zoals bij vroeger werk zijn de teksten en de zanglijnen het zwakke punt van de groep en ook de uitsmijter Triportit, twintig minuten lang en eigenlijk maar zeven minuten goed, hoefde niet. Maar muzikaal en technisch gesproken, bewijst het vijftal alle genres aan te kunnen. Jongens van bij ons, met de ambitie om een goede plaat te maken. Ze zijn in hun opdracht geslaagd, al blijft het knagen, er had toch iets meer ingezeten.