Op ‘Townsville’, de nieuwste, live opgenomen plaat van The Necks, zet het Australische trio een nieuwe boeiende stap in hun trance-jazz. Het lijkt soms een gimmick, je begint met een simpel akkoord, herhaalt dat, varieert het enigszins, doet wat aan tempo en volume en dat triogewijs, en klaar is Kees. Toch weet het piano-bas-drums-trio elke keer weer te boeien met deze bescheiden opzet. Ook op ‘Townsville’, een stuk van net geen 54 minuten, dat begint met een zeer vage basriedel en veel stilte, lukt het The Necks. In het begin moet je als luisteraar moeite doen om er in te komen, maar de bevreemding is zodanig dat je je al snel vanzelf overgeeft aan het web van noten dat geweven wordt, eerst met piano, later met het (prettig ontregelende) slagwerk erbij.
Het is heerlijke muziek, die intensief beluisterd kan worden, maar ook als achtergrond kan dienen voor een romantisch onderonsje.
Op ‘The Kitchen Sessions’ ontstaat de muziek ook al improviserend. Hier is het de Nederlandse pianist Bert Van Dongen, die in zes stukken laat horen wat hij zoal kan op de vleugel. Doorgaans houdt hij zich meer bezig met elektronische toetsinstrumenten en muziek waarin jazz, pop en klassiek samengaan. Op deze cd beperkt hij zich tot louter akoestische klanken en doet dat wel. Hij laat de luisteraar niet in een soort trance belanden, zoals The Necks dat doen, maar hij weet hem wel te boeien met een verscheidenheid aan plezierige invallen en variaties.