Er zit een grond van waarheid in de theorie dat Susanna & The Magical Orchestra een one-trick pony was. De samenwerking tussen Susanna Karolina Wallumrød en Morten Qvenild bracht twee platen voort die uitsluitend dreven op de zalvende stem van Susanna en op een reeks goed gekozen covers. Alle kritiek ten spijt vonden wij de sobere aanpak van de groep een verademing. Eenvoud sierde de groep en dat is op Susanna haar solodebuut niet anders. De Noorse zangeres schreef twaalf nummers en verzamelde een reeks muzikanten rond zich. Qvenild is opnieuw van de partij, net als Helge Sten die als Deathprod uitgroeide tot een vaste waarde op Rune Grammofon. Het recept op ‘Sonata Mix Dwarf Cosmos’ is ongewijzigd, de melancholische stem van Susanna draagt de plaat, ijle klanken accentueren waar nodig. Traagheid is hier geen ijdel begrip, maar eerder een drijfveer. Wij vinden ‘Sonata Mix Dwarf Cosmos’ een aanrader, al beseffen we ter dege dat men voor of tegen platen als deze is. Eveneens vatbaar voor discussie is ‘8’, de nieuwe Supersilent. Strak gezeten in hoes ontworpen door Kim Hiorthøy, viert het Noorse improgezelschap alle teugels. Voorspelbaar in zijn onvoorspelbaarheid is nog steeds de vlag waaronder de groep vaart. Flarden elektronica, ontstemde trompetten en een stevige portie noise zijn deelgenoot in het verhaal van Supersilent. Op sommige momenten vinden we Supersilent geniaal, zoals in het vijfde nummer, maar evengoed hebben we net iets te vaak het gevoel dat hun improvisatieoefeningen losgeslagen stukken geluid zijn, waarin elke richting zoek is, wat volgens ons geen voorwaarde hoeft te zijn voor degelijke impromuziek. Fans van de groep weten beter en laten elke kritiek aan zich voorbijgaan. Smaken en kleuren, het is nog steeds een discussie waard.