Van alle deejays wereldwijd blijft Headman/Manhead een van onze überfavorieten. Niet in het minst omdat de Zwitser het ooit presteerde als bisnummer (!) Transmission van Joy Division door de luidsprekers te knallen. Respect. Rob Insinna heeft wel meer blijk gegeven van een uitstekende muzikale smaak de klassevolle mixplaat Dance Modern en van de kunde om elektrotrashplaatjes professioneel door de filter te halen. Niet voor niets draait de naar Berlijn verkaste deejay/producer al jaren mee aan de top van de elektrorevival. Correctie, eigenlijk is Manhead vooral een subtopper, een (eeuwige) belofte die met Catch Me opnieuw net niet het verschil kan maken. Catch Me zit beter in elkaar wat de productie betreft dan zijn zwalpende voorganger It Rough maar mist net dat tikkeltje meer om aan te klampen bij het werk van Soulwax en elektropopgod in zijn eigen kleine universum Tiga die zonder al teveel toegevingen wel de stap naar de pop en mainstream maakten. Fans van het genre zullen niet ontgoocheld zijn, daarvoor zijn nummers als New, Song8 en Come On en het aan Joy Division schatplichtige Dreampieces te sterk. Maar de grote doorbraak zit er met deze Catch Me niet in. Wel een plaatsje op een volgende Kitsunécompilatie. Het Franse huis van vertrouwen gooit met de regelmaat van de klok, alsof ze er nog nooit van de malaise in het hedendaagse muzieklandschap gehoord hebben, nieuwe 12 inches op de markt. Maison deel 5 brengt de fine fleur samen op een zilveren schijfje. Ook nu staat de uitgelezen gastenlijst garant van knallende beats en opgeblonken elektrodeuntjes. Gevestigde waarden als Fischerspooner, Digitalism en Rex The Dog (met Circulate, een van de hoogtepunten op de plaat) effenen het pad voor nieuwkomers als David E Sugar, Teenagers en Pin Me Down. Tien jaar na de wereldwijde doorbraak van Daft Punk staat Parijs opnieuw in lichterlaaie, maar ook dat is oud nieuws.