Het leven van Baby Dee is voer voor een filmscenario. Van koorknaap over failliete houthakker tot rondreizende, harpspelende hermafrodiet. Op het derde album spreken de autobiografische teksten boordevol jeugdherinneringen voor zichzelf: Theres a harp inside that piano and theres a girl inside that boy of And your momma cant save you and your daddy dont give a damn. Baby Dee neemt samen met Will Oldham (Bonnie Prince Billy) de vocalen voor de rekening, brengt eigen instrumenten (harp en piano) in; en vraagt beperkte ondersteuning aan zijn/haar medemuzikanten bij onder andere Current 93. Zo duikt de cello van John Contreras regelmatig op. Bitterzoet is het woord, en af en toe (The Only Bones That Show) gaat het er behoorlijk swingend aan toe. De sfeer houdt het midden tussen een roodpluchen cabaret en een eenzame avond bij kaarslicht: de tweede fles is soldaat gemaakt en we zijn te dronken om onze zwarte kat van tafel te jagen. Net als bij alle geciteerde projecten, en dat andere maatje Antony And The Johnsons, staat of valt de appreciatie van dit album met die van de gebruikte stemmen. Maar zelfs ongelovigen zullen kleine dosissen van dit intimistische album kunnen appreciëren.