Ondergrondmuziek en seriemoordenaars, de band lijkt onbreekbaar. Dit Noorse duo is nogal trots op zijn splatter-folk (een mengsel van traditionele folk en horrorinvloeden), maar wij snappen de heisa niet. Volgens ons is volksmuziek immers altijd al verbonden geweest met gruwelijke misdaden. Thinguma*jigSaw laat zich voor deze cd inspireren door het vrouwonvriendelijke beenhouwerswerk van Jack The Ripper en omkadert de ballades met een zeer beperkte ondersteuning: banjo, fluit en zingende zaag. Live moeten ze nog kaler klinken, want elke vorm van geluidsversterking wordt afgewezen. We zijn gewend om in dit genre het kaf van het koren te scheiden via een strenge beoordeling van het stemgeluid, en ook nu gaat onze duim genadeloos naar beneden. Zeker wanneer Seth Horatio Buncombe een hoog, overslaand kopstemmetje op ons loslaat, klinkt hij alsof Jack The Ripper de zanger van Supertramp bij de testikels heeft. Het duo gooit ook een haakje naar de freakfolk en covert ‘Walking The Cow’ van Daniel Johnston, maar tegen dan zijn wij allang het veiligste steegje van Whitechapel ingevlucht.