Come Into My House

‘Come into my House’ heet onze aangename kennismaking met No Kids, een trio uit Vancouver, dat eerder als P:ANO door het leven stapte. Op het dozijn nummers wordt vaardig met uiteenlopende genres gegoocheld: musicaluitstapjes en snuifjes (blanke) r’n’b larderen de plaat, maar wat overheerst is orchestrale, (verder)lichte, zomerse pop, die refereert aan Archer Prewitt (The Sea And Cake), Caribou en zo nu en dan aan Sufjan (Stevens ja, kent u een andere?). De vrachtlading instrumenten (met piano, blazers en strijkers op de eerste rij) wordt vakkundig in elkaar gevlochten, zodat dat het resultaat nergens gekunsteld of steriel klinkt. Geopend wordt met het wonderlijke ‘Great Escape’, een veellagige track die een onbestemde treurigheid uitademt, maar je tegelijk troost laat vinden in haar verstilde schoonheid. Halverwege zakt de plaat wat weg en vlijt de falsettozang van Nick Krgovich zich tegen onze irritatiedrempel aan, maar de laatste drie nummers zijn opnieuw ijzersterk. Het door piano gedragen en met pedal steel opgefleurde ‘Dancing in the stacks’ is atypisch ingehouden en melancholisch. ‘Neighbor’s Party’ klinkt als Architecture in Helsinki met een gezonde dosis zelfbeheersing. Afsluiter ‘The Puddle’ is een vocaal niemendalletje dat je niettemin uit je lood slaat. ‘Come into my House’ is zo overtuigend dat we onze myspace-aversie even opzij zetten en de bandpagina consulteren. En zie, op 17 mei is No Kids te bewonderen in Brussel (Recyclart) en een dag later in Utrecht (Theater Kikker). Enkel een koude kikker die hier niet warm van wordt.

tekst:
Gonzo (circus)
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!