Talkingmakesnosense is Dominic Dixon die met zijn tweede album op de proppen komt, na een fel gesmaakt debuut uit 2006, eveneens in de Minerals-serie van Benbecula. De titel verraadt het al een beetje. Het is winter in Schotland, de regen valt met bakken uit de hemel, sneeuw is pas voor Pasen. Ingenieus opgebouwde, sferische klanktapijten passen bij dergelijk weer, winterse drones die de sfeer van het seizoen goed weten te vatten. Melancholie, weltschmerz en een natte kop, het zit er allemaal in. Negen nummers in net geen uur, die eigenlijk gewoon in elkaar overlopen en het genot van onze fles wijn niet onderbreken. We hoeven onze voeten niet uit de open haard te halen. Talkingmakesnosense kabbelt en krult rustig verder zodat we ons geen zorgen hoeven te maken. Voor The Aesthetic Animals Album moeten we wel uit onze luie zetel. We dachten namelijk dat we een verkeerde cd hadden opgezet. Dat kan voorvallen natuurlijk, met die niet geannoteerde cd-rs in identieke groene flodderhoesjes die Benbecula ons als promo bezorgde. Het blijkt echter toch de plaat van Chris Dooks te zijn, een visueel artiest en elektronisch muzikant actief onder de naam Bovine Life en voormalig tv-maker die onder meer een documentaire maakte over Scanner. Hij bracht eerder platen uit op Highpoint Lowlife en Bip-Hop en als die klinken als onderhavig album, prijzen we ons gelukkig dat we ze niet hoorden. Rotvervelende singersongwriterdeuntjes, gezongen boven weinig inventief gepiel op akoestische gitaar. Hier en daar komen wat andere geluiden de sfeer nog verder verbrodden, tot Dooks in afsluiter The Manatee een kortverhaal begint te vertellen in spoken word-vorm. Het album is trouwens een conceptalbum rond het vinden van lokaal en internationaal nieuws. Maar dat is Dooks probleem. Wij houden echt niet van deze plaat. Geef dan maar het debuut van Acumen, een samenwerking tussen de producers Greg Holley en Oli Lisher. De mannen hebben als missie een combinatie te maken van geluiden van alledaagse voorwerpen en willekeurig gekozen samples om die elektronisch te bewerken tot organisch opgebouwde nummers die ook op een podium moeten kunnen werken. Het concept, de grote ideeën en het eindeloze geblaat van theorie na theorie trekken we ons niet aan. We luisteren gefascineerd naar de miniatuurtjes die ze hebben gecreëerd. Aangename elektronische melodieën zijn het, tien in totaal, waar inderdaad soms maffe geluiden en wendingen doorheen komen piepen. Maar echt vernieuwend is dit Acumen helemaal niet.