Tijd voor een filosofische beschouwing: ‘we zijn allemaal amateurs in dit Grote Leven waar de handleiding zoek is’. Edoch, we draaien in cirkels, hoe goed kan je voorbereid zijn, gewapend zijn, dachten we toen we de ronduit schitterende hoes van het duo Florian Hecker en Carsten Nicolai in onze handen kregen. In de hoesnota’s van hun dubbele langspeler (enkel op vinyl beschikbaar) ‘Hecker, Höller, Tracks’ geeft het duo hun referenties prijs: Russel Haswell, Carl Michael von Hauswolff en Akiko Miyake prijken in het lijstje. Een lijstje waar het illustere duo perfect in past, al passen Hecker en Höller in geen enkel schuifje. We kennen het vroege werk van de Oostenrijkse Hecker op Mego en ook zijn plaat op het Rephlexlabel zit veilig opgeborgen in onze platenkast. Hecker maakte in beperkte kring furore met zijn hoekige, onversneden koude metalen klanken en vond in de installatiekunstenaar Höller (één van zijn installaties haalde het Tate Modern) een zielsverwant. ‘Hecker, Höller, Tracks’ is een abrupte reis naar het minimalisme. Het openingsnummer is niets meer dan een repetitieve tik en ook in de volgende nummers zweert het duo bij kille, repetitieve klanken die vaak ongemerkt net uit de richel lijkt te lopen (feit of fictie of onze wasmachine die voor een ongeoorloofd bijgeluid zorgt). Ondanks die heel strakke en beperkte benadering vinden we ‘Hecker, Höller, Tracks’ een uitzonderlijke coherente plaat die net door het strikte kader heel overtuigend is. Wie houdt van minimalisme en graag tegen de grenzen wil aanbotsen, heeft aan ‘Hecker, Höller, Tracks’ een stevige kluif.