Er zijn weinig platen waar in elektronicamiddens zo werd naar uitgekeken als naar In Stereo. Acht jaar na hun laatste wapenfeit doken Christian Fennesz, Jim O’Rourke en Peter Rehberg voor het eerst opnieuw samen in de studio. Hun vorige twee platen – de klassieker The Return Of Fenn O’Berg en Magic (in aanloop van In Stereo recent opnieuw heruitgebracht) werden immers gedistilleerd uit een reeks live-optredens. Plaats van afspraak was de Gok Sound Studio in Tokio waar de drie topmuzikanten een week in vrijwillige ballingschap gingen. De supergroep zet met het openingsnummer Part III onmiddellijk de bakens uit. Stereo is de perfecte antithese van eender welke popplaat. Duidelijke songs, herkenbare melodieën en catchy elementen ontbreken volledig en worden vervangen door een amalgaam van complexe structuren, overstuurde soundscapes en een wirwar van ongekende klanken die vaak, zo lijkt het althans, elkaar haast achteloos voor de voeten lopen. De sterkte van In Stereo ligt precies in het onvoorspelbare karakter van de plaat, die nu eens loeihard dan weer dreigend stil klinkt. Fennesz, O’Rourke en Rehberg weten perfect hun egos aan de kant te schuiven en slagen erin om hun krachten te bundelen en te doseren. Zo is I een dreigende lap soundscapes die slechts heel even vervelt tot een brok pure chaos en net daardoor zo intimideert. In Stereo is niets meer of minder dan een masterclass in avant-garde elektronica.