Melvins zijn als The Ramones. Ze hebben hun formule na ruim 25 jaar kneden geperfectioneerd en blijven er vervolgens aan trouw waardoor ze meestal inwisselbare platen maken. Ze worden op handen gedragen door een loyale schare fans en met de regelmaat van de klok passeren ze de Europese podia, en dan durft een mens die plastic drankbeker al eens te laten passeren zonder ervan te proeven. Net als The Ramones, zullen ze pas echt worden gemist wanneer ze er op een dag niet meer zullen zijn. In tussentijd moeten we het doen met alweer een nieuw album, het ondertussen achttiende reguliere studioalbum van deze band rond Buzz King Buzzo Osborne en Dale Crover. The Bride Screamed Murder is ondertussen de derde (na (A) Senile Animal en Nude With Boots) waarbij de line-up verder bestaat uit Coady Willis en Jarod Warren van Big Business. Naast een rist nummers die de Melvins als formuleband enigszins bevestigen, is er ook nu weer ruimte voor experiment en afwijkende geluiden. Zo parodieert opener The Water Glass bijvoorbeeld het soort (mars)liederen waar Amerikaanse mariniers zichzelf graag mee oppeppen Melvins zijn immers nooit vies geweest van een flinke dosis humor. Pig House, Ill Finish You Off en vooral hekkensluiter Pg X 3 worden a capella uitgewuifd; en Hospital Up dolt met freejazz. Een eigenzinnige bewerking van My Generation van The Who rondt het geheel tenslotte op gepaste wijze af. The Bride Screamed Murder is in geen enkel opzicht een mijlpaal – noch in het algemeen, noch binnen het omvangrijke oeuvre van de Melvins – maar tegelijkertijd valt er niets op af te dingen. Het is het zoveelste prima album op rij van een band die op weg is naar een al even legendarische status als die van de Ramones.