The Sound Of Love Impermanent

Het stilistische spectrum van Ant-Zen en haar sublabel Hymen deint steeds verder uit. Voor puristen die zweren bij het initiële industriële uitgangspunt van het Duitse label is dat ongetwijfeld een betreurenswaardige tendens; voor luisteraars met meer avontuurlijk ingestelde oren is die beslissing van Stefan Alt een zegen. Bovendien is het de enige uitweg uit de doodlopende stegen waar industriële muziek al bijna een decennium lang rondjes blijft draaien. The Prayer Tree ontsnapt aan dat labyrint door voluit te kiezen voor gestileerde popmuziek. Sfeerschepping en een streven naar stijlvol design en schoonheid zijn de uitgangspunten van dit nieuwe project. Verantwoordelijk voor dit titelloze debuut zijn Jérôme Chassagnard van Ab Ovo en Guillaume Eluerd van Nimp. De symbiose van die twee uitgangspunten meandert tussen introspectieve pop en ambient. De kers op de taart is een zoetgevooisde stem en dat roept associaties op met onder andere Thomas Brinkmann, Talk Talk, David Sylvian. Bryan Konietzko (Ginormous) is niet de eerste en zeker niet de laatste elektronicaproducer die wordt gevraagd om een soundtrack af te leveren voor een theatervoorstelling of choreografie. ‘The Sound Of Love Impermanent’ werd gemaakt in opdracht van Oni Dance, een dansgezelschap onder leiding van Maria Gillespie en een deel ervan fungeerde als muziek bij de voorstelling ‘The Splendor Of Gretel’. Na ‘Genius’ van Talbot & Deru (Benjamin Wynn en Job Talbot) is ‘The Sound Of Love Imparmenent’ de tweede soundtrack voor een dansvoorstelling op Ant-Zen in minder dan een jaar. Wynn werkte overigens mee aan Ginormous’ vierde album. Dat, en hun functie, verklaren deels de grote overeenkomsten tussen beide albums. Alle twee mengen ze namelijk hedendaags klassiek met (ritmische) elektronica. Konietzko voegt daar echter occasioneel nog de stem van Rohner Segnitz aan toe waardoor ‘The Sound Of Love Impermanent’ tegelijkertijd ook grondig verschilt van ‘Genius’. Hoe dan ook hoef je het stuk niet te hebben gezien om te genieten van Konietzko’s werk.
Van deze drie albums is ‘Undertow’ van Lowness het meest getrouw aan het verleden van Hymen. Scott Sturgis (Converter, Pain Station) haalde naar eigen zeggen inspiratie bij Krautrockgroepen als Neu!, Amon Düül II en Harmonia enerzijds; en de psychedelica van Pink Floyd en Subarachnoid Space anderzijds; toch detecteren we op dit debuut vooral een rit door veertig jaar elektronische muziek. In de titeltrack komen die invloeden het uitdrukkelijkst aan de oppervlakte. Elders botsen bijvoorbeeld donkere soundscapes op tegen tribaal aandoende beats. In de loop van de rit passeren heel wat elektronische genres de revue. In ‘Rains’ flirt Sturgis bijvoorbeeld met dubstep en spelen vette subbassen verstoppertje met gitaardrones. Dreigend(er) wordt het met ‘Adrift’ dat een soort zwakke, industriële hartklop lijkt te koppelen aan het repetitieve, desolate geluid van Earth. De focus van Ant-Zen wordt niet alleen breder, het Duitse label heeft duidelijk een nieuwe adem gevonden. De zoveelste op rij.

tekst:
Gonzo (circus)
beeld:
Ginourmous_TheSoundOfLoveImpe
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!