Bij het Noorse label +3dB zijn twee cds met akoestische improvisatiemuziek verschenen, die in sobere en bijzonder fraai vormgegeven kartonnen hoezen verpakt zijn. Die zijn een perfecte weerspiegeling van wat op de cds wordt geboden. Edges is de eerste in wat een serie uitgaven van solo-opnamen moet gaan worden. Bij zijn eenzame exercitie heeft Michael Duch gekozen voor vijf grensverleggende composities uit de jaren 1950 en 1960. De stukken moesten oorspronkelijk muzikanten die niet waren geschoold als improvisator losweken van het werken volgens de traditionele muzieknotatie. Voor Duch gelden de stukken als uitgangspunt voor improvisaties. Duch is zelf even geïnteresseerd in noise, rock en hedendaagse muziek als free jazz en hij heeft een jarenlange ervaring in het spelen met collegas van diverse muzikale herkomst (we noemen John Tilbury, droneformatie Tricycle, OtomeYoshihide, MaDts Gustafsson, Peter Brötzmann, Gert-Jan Prins en Jaap Blonk). Die interesses en ervaringen neemt hij mee naar deze vijf composities. Hij strijkt, bekrast en plukt de snaren, of laat zijn stok erop stuiteren. Daarmee verkrijgt hij een scala aan klanken die wel vaker zijn gehoord, maar regelmatig ook zeer verrassend en onherkenbaar zijn. De openings-en titeltrack, een compositie van Christian Wolff is wat dat betreft een indrukwekkende showcase van Duchs virtuositeit. Het bespelen zodat hij meerdere klanken en tonen tegelijkertijd uit zijn instrument weet te krijgen, is ook te horen in Octet 61, een compositie van Cornelius Scardew. Na het heftige openingsstuk zijn de overige uitvoeringen een stuk rustiger. In December 1952 van Earle Brown neemt Duch zelfs aanzienlijke stiltes op. Fascinerende plaat! Zeker zo fascinerend is Aigéan van Lemur. Dit kwartet, waarin Duch speelt met Bjornar Habbestad (fluit; mede-oprichter van +3dB), Hilde Sofie Tafjord (flugelhoorn) en Lene Grenager (cello; ook bekend van de formatie Spunk) brengt een verrassend soort improviserende kamermuziek. Hun akoestische improvisaties zijn niet gericht op het gezamenlijk vinden van melodieën, maar vooral op klank. Aigéan is de opvolger van hun debuut //////// uit 2008, dat in één ruk bij elkaar werd gespeeld. De waardering die het kwartet voor die opname ten deel viel, mag ook nu weer klinken. Geen zwak moment op deze cd. Aigéan bevat abstracte soundscapes, met een overheersend donkere sfeer. De toonzetting blijft voornamelijk in de lagere regionen, het gekras op de snaren klinkt soms venijnig. Indrukwekkend.