Mice Parade (ofte Adam Pierce van Dylan Group, HiM en múm) is nooit voor één gat te vangen geweest. Aanvankelijk was Mice Parade een solovehikel voor Adam Pierce, maar al snel werd het een volwaardige band. Op What It Means To Be Left-Handed synthetiseert Pierce een omvangrijke collectie tropicalia-, indie- (denk David Grubbs), highlife-, en flamenco-invloeden tot een soort wereldmuziek-après-la-lettre. Een nobele poging, maar voor ons wint de cleverness het nét iets te vaak van de rauwe ontroering. Zolang Pierce met gastzangers aan de slag gaat, lukt het wél. Opener Kupando gezongen door de Rwandese Somi en door ene Abdou gul van ritmische Kora-patronen voorzien is een gul en extatisch feestje. Ook op In Between Lines zit de mix goed: de combinatie van een gastzangeres (het zou Caroline Lufkin kunnen zijn, of Meredith Godreau, daar geeft de bio geen uitsluitsel over) en Pierces gesofistikeerd geweven gitaar-drum-tapijt resulteert in Prima Spul. Het bijna-instrumentale Old Hat is dan weer een uitstekend, uplifting stukje trance. Maar als Pierce zélf de vocalen voor zijn rekening neemt, in Couches & Carpets of Even bijvoorbeeld, vervalt het geheel in tamelijk vreugdeloze standaard-indie, hoe exhuberant de gitaren er ook omheen stuiteren. Mallo Cup is godbetert een Lemonheads-cover die net zo goed van Evan Dandos persoonlijke demo-collectie had kunnen komen. Als Pierce de drang om zelf te zingen kan inperken en aandacht gaat besteden aan het groter geheel, zien we Mice Parade nog hoge toppen scheren. Maar tot het zover is, blijft What It Means To Be Left-Handed toch vooral een plaatje dat te beluisteren is binnen veilige afstand van de skip-toets.