De Oekraïense Kateryna Zavoloka timmert al een tijdje aan de weg. Naast samenwerkingen met onder meer AGF en Mark Clifford (Seefeel), is ‘Vedana’ al haar vierde album, zij het pas het eerste dat we hier bespreken. Haar eerste platen waren licht gestoorde aangelegenheden van granulaire synthese en clicks & cuts. Meestal wel mooi, maar ook nogal academisch, alsof ze steeds wilde demonstreren wat voor trucs ze nog meer achter de hand had. Zoals op ‘Plavyna’, waarmee ze een eervolle vermelding kreeg op Prix Ars Electronica 2005. In 2007 verscheen ‘Viter’ (Oekraïens voor ‘wind’), het eerste deel van een serie gewijd aan de vier elementen. Die plaat was opmerkelijk minder neurotisch dan het voorgaande werk, en gaf daarmee ruimte voor het gebruik van traditionele instrumenten en gezang. Dat resulteerde in een mooie, evenwichtige mix van Warp-elektronica en Zavolokas interesse in de volksmuziek van haar geboorteland. Op het aan water gewijde ‘Vedana’ is dat laatste nog wel hoorbaar, maar in veel mindere mate. De beats zijn zwaarder, de synthesizers korzeliger. Ook spelen ruis en golvende drones een belangrijke rol, waarschijnlijk in een poging om het idee van water op te wekken zonder in het gebruik van overduidelijke samples te vervallen. Dat leidt tot elektronica à la Proem of Plaid met een vrijwel constante 8bits-gruizigheid. ‘Vedana’ is daarmee spannender dan zijn voorganger, en minder alleen maar mooi. Wel jammer is dat de traditionele toevoegingen deze keer een erg beperkte rol spelen. Overigens is Zavoloka ook grafisch designer, wat mooi tot uiting komt in de hexagonale hoes met sneeuwkristallenmotief. De hoes van ‘Viter’ sprong ook al in het oog, we zijn benieuwd wat aarde en vuur gaan brengen.