Tripper

Vier jaar na het vorige, vierde, album zijn ze daar weer, de twee flipdozen die zich Hella noemen. Weer met zijn tweetjes na het even met zijn vijven te hebben geprobeerd voor ‘There’s No 666 In Outer Space’. Drummer extraordinaire Zach Hill en gitarist Spencer Seim moeten hebben gedacht dat ze net zo onnavolgbaar en chaotisch kunnen klinken met zijn tweetjes. En gelijk hebben ze. Tien stukken wiskundig opgebouwde noiserock die niet zo anders klinkt dan het voorgaande werk van Hella is wat we op ‘Tripper’ voorgeschoteld krijgen. En ze slagen er nog steeds in om het allemaal simpel te laten overkomen, alsof het allemaal weinig voorstelt, hun huzarenstukjes op hun instrumenten. De tien nummers klinken als spastische freejazz gemaakt door twee rockmuzikanten die een hekel hebben aan gestroomlijnde riffjes en melodietjes. De band komt ook minder als een bulldozer over dan bijvoorbeeld Lightning Bolt, en laat zijn songs meer kronkelen, als een steviger versie van Don Caballero, of eigenlijk simpelweg zonder de arrogantie van Damon Ché. Die laatste verdrinkt soms in zijn eigen drang naar perfectie, terwijl Hill en zijn maatje er gewoon voor gaan, zonder poespas of intellectualistisch geneuzel. Hill zal ongetwijfeld meer dan een druppel zweet laten bij het spelen van deze songs. Hij klinkt als een octopus, net als Seim die zijn gitaar en sporadische bas bespeelt alsof hij een paar vingers meer heeft. Waarmee ze dicht aanleunen bij een gelijkgezinde als Mike Barr en diens bands Orthrelm en Krallice. Fijn gezelschap, zeker ’s morgens.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
Hella_Tripper
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!