Rock uit de ondergrond van Seattle, en dat al sinds 1980: dat is de missie van Green Monkey Records. Niet dat het label al zo lang bestaat, dat zou pas een wonder zijn. Nee, het label brengt nieuw spul uit, maar ook pareltjes uit een ver verleden die nooit de aandacht of distributie kregen die ze verdienden. Of dat denkt de baas van het label tenminste, want niet elke release is een voltreffer. Ook nu weer. Eentje is memorabel (Sigourney Reverb), eentje leuk – maar dat wisten we al van The Green Pajamas – en eentje die mooi oogt, maar voor de rest weinig voorstelt (Icons). The Green Pajamas gooiden het roer om, of eigenlijk baas Jeff Kelly. De psychedelische rock heeft plaats gemaakt voor singer-song, americana en country, en eigenlijk vinden we deze stap niet alleen logisch, maar ook nog eens geslaagd. De band werd steeds geassocieerd met de zogenaamde Paisley Underground scene, de popkant van bands als Rain Parade, Green On Red of Dream Syndciate, maar Kelly was al jaren aan het broeden op deze plaat. Hij wilde de erfenis van zijn muzikale pa eindelijk eens echt uitwerken en is daar met verve in geslaagd. Luchtige, franjeloze liedjes zijn het resultaat, nergens wereldschokkend maar zeer goed gemaakt. Icons komen met hun tweede album opdraven in vijventwintig jaar, krijgen de hulp van Amy Denio, Jeff Kelly en Glen Slater van The Walkabouts, maar komen opdraven met een slechte plaat van The Clash. Cartoonesk zoals de hoes, liedjes die wel klinken maar teveel als doorslagjes klinken van andermans deuntjes. Ze kunnen maar proberen ermee weg te komen, maar we kennen jammer genoeg de originelen. Al dateert hun debuut wel uit die tijd, toen bands als The Fleshtones nog iets betekenden. Ze zijn ouder geworden, maar evolueerden geen sikkepit. Vervelende oude kneusjes lijken het wel, net als hun liedjes. Dan doen de mannen van Sigourney Reverb het een stuk beter. De vier heren debuteren met een fraaie collectie poppunkliedjes, die al snel in het hoofd blijven hangen. Een ferme prestatie, zeker gezien de band zich absoluut niet serieus neemt, wat ook in de teksten en de nonchalance waarmee wordt gemusiceerd, is te merken. En net dat lacherige enthousiasme maakt van dit Bees In Your Bed Bad net dat ietsje meer. Dit titel alleen al, waarover de groepsleden discussiëren of die nu al dan niet zo hoort. Fijn is ook dat achter de schijnbare simpelheid van de liedjes, heel wat complexiteit en structuur in de opbouw schuil gaat, meer dan in eerste instantie wordt gedacht. Probeer Hell In A Hamburger eens, en dan zijn gelijkgezinden als The Fastbacks van lang geleden, nooit ver weg.