Een welkome heruitgave van een album dat eerder in 2010 in beperkte oplage werd uitgegeven. Yellow Swans waren toen al twee jaar ter zielen hoewel hun overweldigende afscheidsplaat Going Places nog moest verschijnen en er werd reikhalzend uitgekeken naar Pete Swansons eerste platen onder eigen naam. Die borduurden initieel voort op het geluid van Yellow Swans, maar is inmiddels doorontwikkeld tot een soort verwrongen techno (lees: lawaai met een beat) op zijn laatste album, Man With Potential. Kant a van Waiting For The Ladies ligt meer in de lijn van het eerdere Where I Was. Een lange trip langs een muur van overstuurde gitaarfeedback, waarin cyclische noisepatronen voor de hypnose zorgen. In fases van relatieve rust proberen afgeknepen oscillatoren aan de filters en begrenzers te ontsnappen, voordat de noise het weer overneemt. Het heeft iets van het werk van Ashtray Navigations waarin psychedelica is vervangen door weemoed. Ergens in de storm horen we Swanson eenzaam meeneuriën -en zingen. Minder massief dan Yellow Swans laatste opnamen, maar persoonlijker en, hoe idioot het misschien klinkt met alle noise, breekbaarder. Uit een heel ander vaatje tapt Rene Hell; op zijn albums Porcelain Opera en The Terminal Symphony liet hij al horen niet vies te zijn van kosmische Musik, en ook hier weeft hij een tapijt van analoge synthesizers die door eindeloze, duizelige arpeggios heen lopen. Het is allemaal minimaler en lichtvoetiger dan bijvoorbeeld Emeralds, maar Hell gebruikt op twee nummers zijn eigen stem op een manier die het net dat beetje extra geeft. Hulde dus aan het nieuwe Belgische Shelter Press, dat binnenkort ook nieuw werk van Felicia Atkinson zal uitbrengen.