Om meteen de titel te verklaren: Xenofonia betekent zo ongeveer vreemde klank en dat is wat multi-kunstenaar Mikhail Karikis (kortweg Mikhail) al jarenlang bezig houdt. De geboren Griek, woonachtig in Londen, werkt al drie jaar aan een interdisciplinair project rond de vreemdeling. ‘Xenofonia’ is de recentste uitkomst. Eerder realiseerde hij een kunstfilm (met regisseur David Bickerstaff), een video, een audiovisuele installatie en de experimentele opera Xenon. De nieuwe cd heeft ook opera-achtige trekken. Het is een van de vreemde klanken, in confrontatie met de Griekse muziek. Mikhail stelt dat de Griekse muziek tot zon eeuw geleden nauwelijks beïnvloed was door westerse muzikale en culturele ontwikkelingen. ‘Xenofonia’ moet een moderne Griekse stem vinden die ontwaakt door de Europese (vreemde) instrumenten. Maar het vreemde vertaalt zich op vele manieren op Xenofonia. Het is de dramatisch uithalende, fluisterende, grommende en schreeuwende zangstem die afsteekt tegen de zwellende violen, geluidseffecten en oriëntaals aandoende melodieën en ritmes in Ghosts, en ook de glitchy en tegelijk opera-eske benadering van de traditionele zeimbekiko-dans in Deserter. Ook gaat het over de vervreemding van elkaar en van onszelf, bijvoorbeeld door hoe wij elektronica gebruiken (Technoprayer). Barok ontmoet modern experiment, de traditie van het Midden-Oosten ontmoet glitch en dravende elektronica. De muziek is overvol van geluiden, effecten, een pluk aan vioolsnaren hier en een rinkeltje daar, field recordings. En alles grijpt in elkaar: Griekse mythes en politiek engagement, de onderwereld van de zanger in Orpheas en die van de mijnwerkers in Sounds From Beaneath. De zang, de overvolle muziek, de overal aanwezige verwijzingen en confrontaties, Mikhail stapelt en stapelt en sluit de luisteraar in. Het kan claustrofobisch zijn, maar het is ook indrukwekkend. Tegelijkertijd met Xenofonia verschijnt een verzorgd uitgegeven boekje met dvd bij Sub Rosa, Sounds From Beneath. De dvd bevat een mooie verfilming van deze compositie, uitgevoerd door een koor van ex-mijnwerkers, die met sissen, hummen, druppen en gesproken en gezongen woorden het geluid en het werk in de mijnen verklankt. De beelden tonen close-ups van de verweerde handen en gezichten, en totaalshots van de mannen, verspreid of bijeen in het donkere, rauwe mijnlandschap. De film, gemaakt door Mikhail en Uriel Orlow, is verpakt in een boekje met mooie fotos en teksten over mijnwerkers, films over de mijnen en muziek die komt van ver beneden. Een uitgave die de gelaagde kunst van Mikhail past.