De Amerikaanse saxofonist John Dikeman is binnen een aantal jaar uitgegroeid tot een van de jonge boegbeelden van de Nederlandse jazzimprovisatiemuziek. Hij staat als persoon en muzikant bekend om zijn tomeloze energie die blijkt uit zijn uiteenlopende projecten en woeste sound. Ook in deze band laat Dikeman zichzelf van vele kanten zien. Die ruimte creëert het trio door vanuit aftastende verkenningen te werken naar bolwerken van flink volume. Toch zijn deze climaxen in de exploraties niet de hoogtepunten van intensiteit. Op elk moment, waar dan ook in deze uur durende plaat, staat het luisteren centraal, aanvoelen welk geluid de groep behoeft. En dus blijft hevige inleving het volle uur gewaarborgd. Prachtig is het laatste van de drie stukken als Dikeman bijna stoïcijns in eenzelfde sfeer blijft hangen en enkel in volume iets wint, terwijl drummer Klaus Kugel en geluidskunstenaar Raoul van der Weide de symbiose opfokken naar trance-achtige hoogten. In het 25 minuten durende A Screaming Comes word je in de improvisatie vanuit lege percussie en Oosters aandoende blaaspartijen gesleurd naar een swingende jazzgroove of enkele freejazzexplosies waar de kenmerkend gorgelende en soms ook spastisch klinkende schreeuw van Dikeman eruit springt. Ademhalen is er nauwelijks bij.
Maar het meest fascinerend is toch wel de kleur die dit drietal als geheel creëert. De vele soundobjecten van Van der Weide en zijn kraakdoos in combinatie met het onrustige drumspel en Dikemans fameuze saxtimbre staan als een huis, terwijl het nooit vanzelfsprekend klinkt. De zucht naar avontuur en (nieuwe) klank(samensmeltingen) zorgen voor een bloedstollende trip waarin onophoudelijk nieuwe dingen in te ontdekken zijn.