Zat Gary War voor de release van Jareds Lot nog in het vaarwater van Animal Collective en Ariel Pink met eclectische, de rockgeschiedenis plunderende melomanenpop die even mainstream als avant-garde was, dan wordt met dit recentste werkstuk een kitscherige wending gegeven aan het verhaal. Deze keer regeert immers de elektro en dan is het voor een keer niet de moderne glitchvariant of een update van de Warpsound, maar een überkitscherige tussenvorm die flirt met de grenzen van de krakkemigheid en duffe spelconsolejingles. In het geval van opener Thousand Yard Stare levert dat nog enigszins plezante resultaten op denk aan een versnelde Visage, gekruist met O.M.D. en Ariel Pinks Fright Night, doe er vervolgens nog een Frans vernislaagje en wat Giorgio Moroder op en je geraakt in de buurt -, maar elders, bij pakweg Superlifer’ en Care Less, is het twijfelen tussen luidop schateren of bekennen dat zon kitschpervertering eigenlijk wel knap in elkaar gestoken is. Naar verluidt wordt er een door technologie bezeten verhaal verteld, al valt dat met alle die vervormende effecten (vocoder meets Gibbytronix) amper te bevestigen. Jareds Lot vergt alleszins een hoge tolerantie voor ironische knipogen en retrofuturistische artpop die zich wentelt in slechte smaak, anders is het eenvoudigweg een marteling om gruweldaden als Pleading For Annihilation en Find Our Way uit te zitten.