Philip Glass was de eerste waaraan ik dacht tijdens het beluisteren van Fragments. Vreemd voor een r&b/neo soul plaat, maar zo is het toch echt, al zijn de piano en blazers in het instrumentale Intro niet typisch voor wat volgt. Ruby Wood legt overtuigend de lippen rond de microfoon in Blind Spot, geruggensteund door een potige ritmesectie. Thinking mixt r&b met dubstepelementen en drapeert er dromerige tierlantijntjes omheen – verleiden doet Submotion Orchestra liever in stijl. Subtiel glijdt Wood vervolgens in satijnen nachtjurk het bed in: Snow smelt snel, Natalie Cole mag jaloers zijn. Sleepwalker maakt het zich wat gemakkelijker: vocaal minder uitdagend, de begeleiding loungend in de hangmat. Bird Of Prey is een funkfeest, waar geile, uit Detroit overgevlogen robots de synths bedienen, de drummers al even losse handjes hebben en ook de blazers het geheel een eindje hoger lijken te willen stuwen. Dat geaard de hoogte in kijken doet het zevental wel vaker. Times Strange doet de Detroit elektro nog even uitgeleide, met Rider Shafiques slimme rhymes. Its Not Me Its You strekt de strakke benen op een volle r&b dansvloer, en keert met Fallen moody terug, met gebroken dromen als thema. Coming Up For Air sluit met pluizige vocalen af, trekt aanvankelijk vage, geleidelijk steeds intenser kleurende strepen in een orkestraal wolkendek, begeleid met etherische stemmen. Kwaliteitsplaat.