Serpentement

Soms loopt er een dunne grens tussen inspiratie en plompverloren willekeur. Bevredigende muziek, zelfs van de vrij geïmproviseerde soort, is nooit helemaal vrijblijvend. De muzikant probeert een verhaal te vertellen of in te spelen op een omgeving, de aangereikte prikkels van een collega of het materiaal dat voorhanden is. Die samenhang is soms nog aanwezig binnen de afzonderlijke stukken op ‘Serpentement’ van L’Ocelle Mare (nom de plume van Thomas Bonvalet), maar als geheel weet het album geen vuist te maken. Het gaat nochtans maar over negen stukken die samen amper de grens van twintig minuten overschrijden. Er gaat een obsessie voor onconventionele klank vanuit, iets dat niet enkel weerspiegeld wordt door de uitzonderlijke opnamelocatie (een protestantse tempel in Bergerac), maar ook het gehanteerde instrumentarium, dat gaat van allerhande mechanische speeltjes (metronoom, timer) en instrumenten (gitaar, concertina, harmonica, bellen) tot objecten die uit hun normale context gerukt worden (stemvorken, gedroogde zaadjes). Het resultaat is een excentrieke klankenrit langs onophoudelijk getik (het eerste deel herinnert aan de treated guitar-muziek van Paolo Angeli), industriële galm en ruis (deel III), geratel (IV), spookachtige gedoe met snaren (VI), iele harmonicapartijen (XIII) en het enerverende gezoem van een elektrische tandenborstel (IX), dat nog verwant is aan het experimenteren met vibrerende oppervlakken van volk als Gino Robair en Xavier Charles. Geinig en wat intrigerend als willekeurige klankoefening is ‘Serpentement’ wel, maar de resultaten van de zoektocht naar ‘mogelijke momenten van plotse openbaring’, waarvan sprake is in de promotekst, laten ook lang na beluistering nog op zich wachten. Je zal het live moeten meemaken.

tekst:
Guy Peters
beeld:
LOcelleMare_Serpentement
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!