Waves Of Fury komt uit Somerset en is een nieuwe loot aan het alsmaar uitdijende woud aan Britse bands die hengelen om aandacht. Het gros van die bands klinkt in onze oren allemaal heel erg hetzelfde. Een beetje treuren, een beetje de stadionrocker uithangen of de stereotiepe indie en maar jengelen met die snaren. Het kwintet Waves Of Fury probeert het net een beetje anders. Bij de eerste noten van Death Of A Vampire denken we aan The Jesus And Mary Chain, een instituut waarmee elke band wel mee vergeleken wil worden. Daar blijft het echter niet bij. De in distortion gedrenkte gitaren zetten ons namelijk op het verkeerde been. Waves Of Fury neemt rhythm & blues en aan Stax en Motown referererende soulmuziek als basis. Daar doorheen scheuren de gitaren en de ondefinieerbare strot van zanger Carter Sharp rondt de herrie af. Die man heeft zijn naam mee, want markant is die zang zeker: scherp, intrigerend en door merg en been schrapend. Bim Williams voegt de kers op de taart toe: een arsenaal blazers. Het is alsof we luisteren naar tien songs uit een revue van Stax Records van veertig jaar geleden, in een noisy hedendaags jasje wel te verstaan. Het is alsof de broertjes Reid een distortionversie van Motownklassiekers in elkaar hebben gedraaid, al is Thirst gewoon het debuut van Waves Of Fury. Ze zijn Brits, interessant, weten een aardig nummer te pennen (I Dont Know What To Make Of Your Fucked Up Friends, Killer Inside Me, Nervous Exhaustion) en houden het lekker kort en bondig.