Mafketelmuziek. Het Japanse viertal Tetuzi Akiyama (‘resonator guitar with samurai sword’), Naoaki Miyamoto (elektrische gitaar), Utah Kawasaki (analoge synthesizer) en Atsuhiro Ito (optron) maakt niet de patserige hardrockpastiche die je van zo’n naam verwacht, maar het sluit ook niet aan bij eerdere ervaringen met deze muzikanten, iets dat misschien te maken heeft met het feit dat deze opnames al dateren van 2004. Vooral gitarist Akiyama past in een traditie van Japanse gitaarmeesters als Keiji Haino, Otomo Yoshihide, Michio Kurihara en Makoto Kawabata. Je vindt op het net allerhande releases en clipjes van de man, gaande van John Fahey-achtige folkstukken voor akoestische gitaar, tot kromme bluesrock en vrije improvisatie. Deze ondoordringbare drone van vijftig minuten is echter nog heel andere koek. Van ritmisch gebeuk, massief gezeur en dof gebrom tot irritant gekraak: het is slechts bij momenten dat je een gitaar kan ontwaren in deze kolossale geluidsmuur, die bitter weinig licht toelaat en de luisteraar vooral wil versmachten. Best intrigerend, maar dit is spul dat je, net als de Moogsymfonie die Sunn O))) ooit speelde, eigenlijk live moet ondergaan, dat je ingewanden van plaats doet veranderen, bij de lurven grijpt en voor de volledige duur tegen de muur plamuurt. Zelfs met een koptelefoon op heb je voortdurend het gevoel dat je iets essentieels ontglipt.