Het Australische Ascetic keert met zijn ijzersterke debuut Self Initiation terug naar Joy Division en de complete uitzichtloosheid waar alleen een boom en een touw enige beterschap kunnen brengen. Het uit Seattle afkomstige Grave Babies keert met het eigen debuut ook terug in de tijd en neemt vooral The Cure als grootste inspiratiebron. We denken hierbij niet aan het meesterlijke Pornography of aan het kapot gedraaide A Forest. Wel aan de andere songs die op Faith en Seventeen Seconds prijken, maar ook het latere, meer frivole Japanese Whispers. De eerste muzikale stapjes die Tears For Fears en Orchestral Manoeuvres In The Dark zetten, zijn net zo goed hier en daar pertinent aanwezig. Naar het einde toe verschuift het accent richting vroege Sisters Of Mercy, zonder drumcomputer, of, zoals in No Fear, Echo And The Bunnymen. Zwartzakkenmuziek van de jaren 1980, daar komt Crusher rond voor uit, is de ultieme inspiratiebron voor Grave Babies, hoe graag ze zich zelf liever willen meten met Nirvana of Nine Inch Nails. Onze oren herkennen hier en daar riffjes van songs uit die donkere periode, zonder dat we ons nog exact herinneren welk plaatje of bandje die riff nu ook al weer hanteerde. Vier stukjes, waaronder het openingsfragment, laten industrial aandoende spielerei horen. Rustpuntjes om tussen diverse crematies een slokje te nemen of een plasje te doen. Een bloederige varkenskop siert de hoes, black metal aandoende letters zetten verder de toon. Melodrama, somberheid en allerlei angsten vormen de ingrediënten. Voor enige vorm van humor is bij de mannen rond bandleider en songschrijver Danny Wahlfeldt geen sprake. Hij is nog jong, dat komt wel. Voor het overige: goed gemaakt, goed gerecycleerd en daarmee voer voor Radio Nostalgie zouden we durven stellen.