Hymnal

Benoît Pioulard (Thomas Meluch) verhuisde sinds zijn vorige plaat ‘Lasted’ van Portland naar het Engelse platteland, maar een drastische stijlwijziging heeft dat niet opgeleverd. Portland is groen en regenachtig, en het Engelse platteland is dat naar het schijnt ook. De nuances zijn subtiel. Zo lijkt Pioulards lofi-korrel met de jaren grover te worden en zuigen de drones de liedjes steeds meer naar binnen. Die drones zijn op hun beurt compacter en meer ingekookt. Verder zijn de folky fingerpicking-patronen grotendeels vervangen door vloeibaarder arrangementen. Terwijl we dit schrijven worden we voorzichtig op de schouder getikt door ‘Reliquary’, de uitzondering op die zelfbedachte regel van ons: door de spaarzame, in galm gedrenkte percussie, beleefde cello en twangy tweede gitaar, zit er zelfs een zekere swing in. Swing op het tempo van een dodenmars, maar niettemin: swing. ‘Margin’ is dan weer ronduit zonnig: alsof Woods een jam hebben geregeld met Mittland Och Leo aan de Kosmische synths en Donovan op zang. Maar verder is Spartaanse soberheid troef op ‘Hymnal’: van de mistige orgeldrones op ‘Mercy’, de net-niet-drammerig echoënde akoestische gitaar van ‘Hawkeye’ tot de pastorale fingerpicking (jawel, dan toch nog) van ‘Litiya’: er hangt een zeer monotone vibe over deze plaat.
Op ‘Gospel’, met zijn zes minuten veruit de langste track van de plaat krijgt de drone helemaal vrij spel – lijzige synths, laag per laag over elkaar gedrapeerd. Het mooiste nummer heeft Meluch voor het einde opgespaard: ‘Foxtail’ is dromerig gemompel van het hoogste niveau. Denk Yo La Tengo anno ‘Painful’. Jammer dan ook dat ook dàt nummer met zijn twee minuten niét de tijd krijgt om je helemaal mee in de roes te trekken. Goeie plaat, deze ‘Hymnal’, maar niet de classic die we van Meluch verwachten. Misschien bij de volgende…

tekst:
Stijn Buyst
beeld:
BenoitPioulard_Hymnal
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!