These New Puritans gaven in 2010 bij de release van het overdonderende Hidden al toe een ongelooflijke zwak te hebben voor hedendaagse componisten als Benjamin Britten en Steve Reich. Het was een indrukwekkend percussierijke en luide plaat. Dat album was dermate goed, dat je je niet kon voorstellen dat de band dit ooit nog zou kunnen evenaren. Het is gelukt. Het barokke Field Of Reeds put zowel uit klassieke muziek, avant-garde jazz en rock. Het is een megalomaan album dat een oncomfortabele, uitzichtloze wereld predikt en de luisteraar met verstomming slaat. Field Of Reeds glorieert in ruimte en stiltes, in beheerste rust en atonale onrust. De band streefde naar sonische perfectie en werkt het geheel af met de onstabiele zangstem van Jack Barnett. Het botst met de technische puurheid van de songs en het is net dat wat Field Of Reeds zo verslavend maakt. Maar het is ook de krankzinnigheid van de band in noten vervat. Op Organ Eternal krijst een echte havik, ergens anders breekt glas. Andere songs werden afgewerkt met field recordings. De songs zelf zijn laagjes ambient en beperkte klanklandschappen waarin melancholische hoorns, houten blazers en analoge synthesizers verdwalen. Her en der werd een koperblazer verstopt. De Portugese Elisa Rodriguez leent haar stem aan het intrieste Nothing Else en de piano kaapt de hoofdrol tijdens de grandeur van V (Island Song). De filmische domper Spiral sluit naadloos aan bij de zwart-witte leegheid van Jóhann Jóhannssons toekomstbeeld. Field Of Reeds imponeert bij de eerste luisterbeurt en breekt ettelijke sessies later nog steeds niet open. Zo moeilijk vatbaar en meteen ook zo wonderlijk mooi.