Jason Hill, frontman van Louis XIV en tevens producer, wilde na zijn meest recente wereldtournee met zijn band, eens iets anders. Hij toverde een oud huis in Hollywood Hills om tot een opnamestudio en noemde die Ulysses. Hij had de bedoeling om liedjes op te nemen met apparatuur die niet noodzakelijk hip hoefde te zijn of uitgerust met de nieuwste technische snufjes. Het mocht allemaal een beetje vintage zijn en minder groots en bombastisch gaan klinken dan wat de mannen die meewerkten aan wat uiteindelijk Vicky Cryer werd genoemd, gewend zijn. De gasten en vrienden die Hill om zich heen verzamelde, zijn niet van de minsten. Drummer Dominic Howard (Muse), bassist Mark Stoermer (The Killers), bassist Nick Fyfe (Jamiroquai), drummer Dave Elitch (The Mars Volta), keyboardspeler Jeff Kite (Beat Club, Julian Casablancas), drummer Alex Carapetis (Nine Inch Nails) en ook David Johanssen (New York Dolls) is van de partij. Dit soort projecten is heel dikwijls vooral een botsing van dominante karakters waarbij het uiteindelijke resultaat weinig voorstelt. Bij deze plaat heeft Hill de touwtjes heel bewust strak in de hand gehouden, met tien aanstekelijke en diverse liedjes tot gevolg. Niet dat ze echt geschikt zijn voor de modale radioluisteraar die attent naar teksten van de liedjes luistert. Sex, in zijn meest campy vorm, is namelijk het enige onderwerp dat aan bod komt op deze plaat. De liedjes zelf stralen een funky en soulvolle sfeer uit, terwijl de basis steeds rock is, met hier en daar wat electroinvloeden. Vooral de stem van Hill, bij momenten zwoel en romantisch tegelijk, maakt dit tot een onverwacht leuke plaat van wat toch een supergroep mag heten.