De muzikale wereld van Dean Blunt kent geen grenzen. Waarmee we niet impliceren dat Blunt zich als een wildebras laaft aan zoveel mogelijk genres, maar wel dat er aan zijn werk vaak begin noch einde te knopen valt. Wij zagen hem enkele jaren geleden al eens aan het werk in de kleine Club van de Ancienne Belgique, als Hype Williams, aan de zijde van Inga Copeland. Het duo voorzag er een half uur lang de raadselachtige soundtrack bij onophoudelijk flitsende stroboscooplampen. Ook op zijn nieuwe wapenfeit The Redeemer blijft het zoeken naar een intentie, naar een doelstelling. Blunt is op de dool, en waar het hem uitkomt, plaatst hij een zanglijntje over het geluid van de kabbelende zee, een streep piano, een synthesizer of wat akoestisch gitaarspel. Het krakende lo-fi geluid van voorganger The Narcissist II heeft wel plaatsgemaakt voor een loepzuivere productie. Eenzaamheid en verlatingsangst vormen de rode draad, zo klinkt het bitter Call me when your heart is empty/Happy we can still be friends in The Pedigree. Korte, ongedwongen en ritmeloze stukken worden afgewisseld met iets langere passages waarover vaak de Franse melancholie van Air of Serge Gainsbourgh dwarrelt, zoals in het behaaglijke Papi. Toch blijven wij er finaal van overtuigd dat Blunt nog meer in zijn mars heeft. You have gone away and i’m still here, mijmert hij in afsluiter Brutal. Wij hopen dat Blunts liefdesverdriet snel over mag zijn, zodat hij opnieuw wat meer avontuur in zijn leven en zijn werk kan toelaten.