“I’m sending you right back”. Zangeres Sarah Bell van Carta zingt het keer op keer, als een bedroefd mantra of een ziekelijk kinderliedje. Veel van Carta’s geluid draait om herhaling en minimalisme. Veel van de liedjes gaan nergens heen, bouwen langzaam op en verdwijnen dan weer. Een drumpatroon, wat akkoorden, en twee stemmen, die droevig hun zinloze rondjes draaien. Niet geheel verrassend geeft de band zelf aan dat de plaat voortkwam uit een enorme bak ellende onder hun familie en vrienden. Sterfgevallen, ziektes, echtscheidingen, dat werk. De plaat imponeert dan ook vooral door zijn door en door duistere sfeer. Als dan even wordt geprobeerd meer pit te injecteren, in liedjes ‘The Last Name of Your First Love’ en afsluiter ‘Paper Suit’, zijn dat gelijk de zwakste schakels. De kracht van de plaat is dan ook niet zozeer het songmateriaal, dat vrij rudimentair van aard is, maar de continu volgehouden intense droevenis, en de uitgekiende productie, die wordt gekenmerkt door veel modderige lage tonen en lagen fuzz, alsof je telkens door een dikke mist moet op zoek naar de muzikanten, die daar in het midden ook aardig verdwaald lijken. Dat geluid redt af en toe de toch wat zwakke liedjes, en zal resoneren bij menig melancholische ziel. Voorwaar een mooi plaatje, maar wel met wat beperkingen.