Iedereen die de recensies van de eerdere albums van Crystal Antlers terug leest, zal meermaals een referentie naar The Mars Volta vinden. Uiteraard ingegeven omdat de eerste leg werd geproduceerd door de toenmalige toetsenist van het prog-hardcore-punk-latin-hak-op-de-tak gezelschap rond het duo Bixler-Zavala en Rodríguez-López, maar vooral ook vanwege de eigen hectische invulling van de indiepunk die Crystal Antlers op ‘Tentacles’ en ‘Two-Way Mirror’ laat horen. Op ‘Nothing Is Real’, het derde album, kiest de band er echter voor om meer recht toe recht aan de indierock aan te vallen. Althans, rechttoe rechtaan voor Crystal Antlers en nog steeds even furieus als op de voorgangers. Vooruit met de troepen, is het devies. Zeker in de opener ‘Pray’, waar het lijkt alsof The Smiths zojuist speed hebben gesnoven, een garageband zijn begonnen en J Mascis (Dinosaur Jr.) als boze buurman de garage binnen komt stormen om de muur aan versterkers met zijn gitaarwerk op te blazen. Een insteek die geregeld terug keert op ‘Nothing Is Real’. Johnny Bell, zanger en bassist van het collectief, is woest – in de beste zin van het woord – en blaast dit in felle schreeuwerige uithalen van zich af, afgewisseld met melodische en innemende zanglijnen. Hierdoor doet ‘Nothing Is Real’ denken aan The Trans Megetti, The Dismemberment Plan en vergelijkbare bands eind jaren 1990, maar ook aan Sebadoh in de felste momenten en Wipers ten tijde van ‘Youth Of America’. Dit is indiepunk die van zich afbijt en weet te zalven op de juiste momenten.