NCAT

Op de hoes staat een airconditioningmachine, waarvan er op flatgebouwen in Hongkong vaak honderden boven elkaar hangen. De muziek op ‘NCAT’ klinkt alsof je oren tegen zulke machines zijn gedrukt. NCAT, oftewel trompettist Nate Wooley, violist C. Spencer Yeh, cellisten en ‘zangeres’ Audrey Chen en audioproducer en technicus Todd Carter. Wooley, Yeh en Chen hebben in 2008 een week lang geïmproviseerd en geëxperimenteerd in STEIM. De opnamen van die week liggen ten grondslag aan de plaat ‘NCAT’. Carter kreeg de opnamen en heeft ze gemuteerd en gestructureerd tot een elektroakoestische compositie. In de vijf stukken zonder titel beweegt de muziek tussen instrumentale passages en wringende elektronische klanken. De drie improvisatoren zijn goed op elkaar ingespeeld en vullen elkaar perfect aan. Wooley speelt lange trompetlijnen, Chen slaakt ijzige kreten en Yeh krast hoge, piepende noten uit zijn viool. Waar de grens tussen de improvisatie van het trio en Carters compositie zit is niet te horen. Hoe de originele geluiden klinken is onduidelijk. In ieder geval zijn de afzonderlijke stukken wonderlijke improvisatie-composities. De muziek is intens. Soms zelfs onaangenaam. Desondanks zit er een gigantische spanning waardoor je toch blijft luisteren. Het voelt als een thriller in muziek, als de soundtrack voor een niet geschoten film.

tekst:
Jan Nieuwenhuis
beeld:
NateWooleyCSpencer_NCAT
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!