Is er eigenlijk nog iemand die wel ‘ns langs de website van Conspiracy Records surft? Gewoon om te controleren of het misschien toch geen vieze droom was, dat dat prachtlabel niet meer bestaat? Wij laatst nog. Al was het maar om te controleren of het écht nog maar drie jaar geleden is dat Flying Horseman met ‘Wild Eyes’ debuteerde. Ondertussen is Flying Horseman met ‘City Same City’ immers al aan zijn derde langspeler toe, terwijl Bert Dockx ook nog de tijd vond om met Dans Dans twee uiterst aan te bevelen platen op de wereld los te laten. En nu is er dus ‘City Same City’. Twaalf songs had Flying Horseman opgenomen, waarvan er vier oorspronkelijk bestemd waren voor een ep. Maar aangezien kiezen verliezen is, werd beslist om maar meteen een dubbelluik van twee platen uit te brengen, daarmee handig de valstrik van de veel te lange plaat vermijdend. Zowel de vinyl- als de cdversie bevatten dus twee platen – ‘City’ en ‘Same City’.
Opener ‘City’ is meteen Flying Horseman grand cru: inventief gitaarwerk, broeierige ritmes, zalvende achtergrondstemmen van de zussen Maieu. Bovendien toont Dockx zich een betere zanger dan ooit. ‘City Same City’ bouwt dus verder met de elementen die ook al op ‘Twist’ en ‘Wild Eyes’ aanwezig waren, maar het geluid wordt opengetrokken, met zowel bijna etherische passages als wilde psychedelische ontdekkingstochten door tot nog toe onverkend gebied. Met héél veel dank aan de groepsleden, zo drukte Dockx ons onlangs aan een Antwerpse cafétoog op het hart: “Loesje en Marta (Maieu) hebben al die waanzinnige synthpartijen geschreven en de beste gitaarpartijen komen van Milan (Warmoeskerken)”. Het verveelde Dockx duidelijk dat hij doorgaans de enige is die lof krijgt toegeworpen. Om ruzie te vermijden: ook bassist Mattias Cré en drummer Alfredo Bravo kregen die nacht complimentjes. We hadden ze hier graag geciteerd, maar het was laat en roezig, dat begrijpt u wel. De lof is overigens terecht: zo halen de zussen Maieu in ‘Stories’ hun meest spacey sci-fi-orgeltjes van stal, wat resulteert in een song die tegelijkertijd van het meest romantische én het meest psychedelische is dat Flying Horseman al uitbracht. Ook zo op het geheel uit atmosfeer opgetrokken ‘Walking’, dat zonder die zacht dwingende stem bijna ambient zou zijn. Het gitaarduel tussen Dockx en Warmoeskerken halverwege ‘We Are Free’ roept dan weer aangename herinneringen aan Television op.
Elders worden alle sluizen van de psychedelica open gezet. Het woeste ‘Hardcore’ – een sleutelsong met meer opwindende wendingen dan een gemiddelde dag op de Belgische nationale radio – start als een ‘reguliere’ twee akkoorden-garagestamper, maar belandt meteen daarna in een psychedelische storm, om via een pastoraal middenstuk alras weer te ontaarden in een extatisch engelenrefrein-mét-surfexplosies. En ‘Landlord’ is één lange mechanische krauttrip – inclusief onheilszwangere bassen en een heerlijk vraag-en-antwoord-spel tussen ijle synths en gitaarfeedback – die helemaal aan het einde oplost in een wonderschoon coda – “paint the walls blue”. Tekstueel is Dockx concreter dan ooit. De ‘city’ waarvan sprake is zeer duidelijk Antwerpen, nadat daar op 14 oktober 2012 de Vlaams-nationale puntjes op de i werden gezet (‘City Same City’ ligt sinds 14 oktober 2013 in de winkel!). Zo gaat het in het ratelende ‘We Care’ over “protection and safety are lying bitches” en “people are gathering, in their hands no party membership cards”. Gelukkig is ‘City Same City’ geen conceptalbum over de lamentabele manier waarop het nieuwe regime de sinjorenstad mismeestert. Deze stadscoupletten zouden ook over New York of Caïro kunnen gaan en net zo goed bezingt Dockx een onbeantwoorde liefde (‘Lucille’) of een ontmoeting met een dakloze (‘Same City’).
‘City Same City’ is moeilijker te behapstukken dan voorganger ‘Twist’. Die vorige plaat was een donkere draaikolk, waar je vanaf luisterbeurt één een uur lang ingezogen werd. ‘City Same City’ is ook stevige koek – tere zielen maken tussen beide platen best een wandelingetje door een zonnig weiveld – maar door het veelvoud aan onderwerpen, sferen en mogelijke interpretaties heeft de plaat wat meer inlooptijd nodig. Maar na een paar verkennende luisterbeurten weet je dat je nog héél lang voort kan met deze (twee) pla(a)t(en). Zelf zijn we na meer dan een maand regelmatig luisteren nog steeds ontdekkingen aan het doen. Dat wordt een mooie winter.