Tijd voor wat vinyl uit de ondergrond van de ruigere buitenwijken van Lissabon waar sinds een aantal jaar een levendige elektronische scene ontstaan is. Met dank aan het Príncipe label wordt deze scene zelfs al door de grote clubs in het centrum omarmd. Nigga Fox is het alter ego van de jonge twintiger met Angolese roots Rogério Brandão uit een van die ruigere wijken . Door een onafgebroken aanvoer van verse inspiratie uit het verre Luanda (Angola) is zijn hybride geluid een stevige mix van lokale Angolese elektronische stijlen en ritmes zoals kuduro, tarraxinha, batida en Afro-house. De eerste track ‘Hwwambo’ beukt als een bronstig hart en is een regelrechte dansvloerkraker met een meer dan vette bas; en dat op een achtergrond van spelende kinderen, verknipte stem amples en een verdwaalde digitale accordeon die modernistische deuntjes speelt. ‘Powerr’ is bevreemdende en hypnotiserende techno geïnspireerd door Zuid-Afrikaanse sferen die op hun beurt zijn ontleend aan westerse elektronica, om de cirkel rond te maken. ‘Weed’ beukt er vervolgens op los met bedwelmende sirene effecten en opnieuw stemsamples. In ‘O Badaah’ -geluiden van spelende kinderen omringen ons weer- zorgt een viool voor akelige sferen met een nostalgische toets. Alsof we in een klassieke thriller zijn beland. ‘Só Nós 2’ sluit af met een trage elektronische tarraxinha riedel voor een vuige en zweterige dansvloerromance waar digitale trommeltjes en een bezwerende synthesizermelodie voor een klamme sfeer zorgen. Niagara is een trio van de Portugese westkust dat bestaat uit de broers António Arruda en Alberto Arruda plus Sara Eckerson Vroeger maakten die ook deel uit van het experimentele project One Might Add. Hun geluid is beduidend minder Afrikaans en neigt eerder richting oude Chicago discohouse met een lichte zweem van post-IDM en de geur van het strand. ‘Onda Blue’ is heldere electro house met veel herhaling en in ‘Kraftor’ krijgt de electro een zwaardere klank. ‘Urmeiras’ is van experimentele disco makelij, maar ‘Caracas’ is echt te cocktail happy voor onze smaak. Gelukkig maakt de afsluiter ‘Verde’ het ietwat goed met een loop van experimentele discohouse. De neger vos wint het hier duidelijk van de waterval; de onnavolgbare Afrikaanse elektronische ritmes swingen gewoon beter en smeriger dan de westerse disco en zo hebben we onze portie dansmuziek graag.