In GC# 112 bespraken we ‘Hello Black Halo’ van Becky Lee And Drunkfoot. De one womanband leverde daarmee een plaat af met elf rudimentaire murder ballads die ons heel erg bekoorden. We dachten dat de plaat een hemels debuut was waarmee Becky Lee zich meteen op de blueskaart zette. We hadden het echter deerlijk verkeerd. Becky Lee, afkomstig uit Arizona maar na heel wat omzwervingen uiteindelijk in Zwitserland beland, treedt op sinds 2008. Toen verbleef ze nog in het caravanpark Zaffaraya, in de buurt van Bern. Ze leerde gitaar spelen, en na twee maanden oefenen en twee optredens, besloot ze samen met Oli Bösch, een legendarische Zwitserse producer, acht liedjes op te nemen. Dat cd’tje kon dan verkocht worden tijdens haar optredens om wat geld in het laatje te brengen. Ervaring had Becky Lee nauwelijks, gitaar spelen bevond zich net zo goed in een rudimentair stadium en ook haar zangtalent stond op dat ogenblik nog in de kinderschoenen. Toch is het net de kracht van de acht liedjes dat ze puur klinken, rudimentair en toch krachtdadig. Net als Beatman noemt Becky Lee haar muziek Arizonablues. Die blues vormt inderdaad de hoofdmoot, lekker primitief, meestal gewoon haar gitaar en haar gebroken engelenstem. Voor een paar liedjes leende ze een stomp box en Jingle Ring van Beatman. ‘Waterfalls’ bijvoorbeeld klinkt er behoorlijk ruig door, terwijl ze elders teruggaat naar de pure essentie van haar zwerfverhalen: stem en gitaar. Punt. Toch weet ze elkeen bij het nekvel te grijpen.