Rivers That Run For A Sea That Is Gone

Een tweede album dat meteen wordt geproduceerd door Brian Thorn (David Bowie, Arcade Fire, Interpol) en Joe Lambert (Animal Collective, The National. Dat betekent dat deze Deense band het groots ziet. En zo klinken deze indiepoppers eigenlijk ook wel, groots, episch en rijp voor festivalweides. Ze deden die weides trouwens al uitgebreid aan, zelfs vooraleer hun debuut in 2012 verscheen. De band, opgericht door Mads Damsgaard Kristiansen en Esben Valloe, toerde eerst uitgebreid door China, wat hen in hun thuisland een hype opleverde, en pas nadien kwam drummer Emil Vissing Christiensen aan boord, waarmee meteen grootse shows werden opgezet. Creëer zelf je hype en overdonder ze pas nadien met een debuutplaat, waarmee Reptile Youth in indiekringen meteen furore wist te maken. Postpunk, dance, psychedelica en een gevoel voor melodie zorgen ervoor dat liedjes als ‘Be My Yoko Ono’ en ‘Speeddance’ in de smaak van het grote publiek vallen. Deze opvolger zet nog een tandje bij, door het toevoegen van invloeden uit de ravescene. We denken Stone Roses en Happy Mondays, zonder de arrogantie en de Britse branie weliswaar maar met evenveel gevoel voor de betere indiepop die grotendeels ook nog eens dansbaar is en gemakkelijk in het hoofd blijft hangen. ‘Two Hearts’ of single ‘JJ’ bijvoorbeeld, zijn liedjes die in alternatieve hitparades niet zouden misstaan en elke weide aan het dansen krijgen. Zo staan er nog wel meer op deze cd, want missertjes vinden we niet. In afsluiter ‘Diseased By Desire’ gaan ze helemaal loos, de rave kan beginnen.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
ReptileYouth_RiversThatRunForAS
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!