Paul St. Hilaire (voorheen Tikiman) werd bekend met de platen die hij maakte met Rhythm & Sound, het dubreggae-alias van Mark Ernestus en Moritz von Oswald. Hetzelfde duo dat als Basic Channel grondlegger was van de dubtechno. Het genre waarmee ook Scott Montieth, a.k.a. Deadbeat, naam mee maakte, en het is dan ook niet verwonderlijk dat twee de cirkel met The Infinity Dub Sessions rond maken. In het afgelopen decennium traden St. Hilaire en Monteith zo nu en dan samen op, maar dit is de eerste keer dat ze ook samen op een plaat te horen zijn. En dat klinkt zo ongeveer als je zou verwachten: perfecte, digitale ritmes, diepe bassen, gesmoorde akkoorden, dubby effecten. St. Hilaires zangerige stem doet soms een beetje aan Bim Sherman denken, en het geheel heeft dan ook meer van een late On-U Sound-productie, dan van Jamaicaanse dubs. Wat een beetje wringt, is dat Monteiths bijdragen vooral backing tracks zijn: een achtergrond voor St. Hilaire om zijn kunsten tegen te vertonen. In de muziek zit weinig ontwikkeling, terwijl Monteith in het verleden toch heeft laten zien dat hij binnen de relatief strakke definitie van het genre spannende muziek weet te maken. De nummers missen de opbouw die bijvoorbeeld Deadbeats New World Observer zo boeiend maakte. Aan de andere kant: het is een dub-sessie. Dubs kunnen traditioneel eindeloos op dezelfde voet doorgaan, met alle ruimte voor mc of toaster om zijn kunsten te laten zien. In die zin is de plaat dan ook wel geslaagd, al had het van ons wel wat rauwer gemogen.