De plaat van The Jumpin’ Quails is eigenlijk al een jaar uit, maar werd pas nu op cd gestanst en over de Italiaanse grenzen richting de rest van Europa verwezen. Het kwartet uit Turijn kijkt zo ook al niet op een jaartje meer of minder, zeker niet als het om hun liedjes handelt. Negen zijn het er, die weliswaar in een modern productioneel jasje zitten maar voor het overige wel heel erg lonken naar de jaren 1980. Diego Bolognese (drums, percussie, stem), Salvatore Marano (gitaar, synths, stem), Jacopo Trivero (bas, synths, stem) en Riccado Salvini (gitaar) houden enerzijds van de donkere Factory-sound en anderzijds van de luchtige, dansbare newwave uit die tijd, waar tekstueel gezien wel eens een duister randje aan zat. De hoofdstem van Diego kan namelijk zo bij een band naar keuze uit de zwartjassenmuziek van die tijd, terwijl muzikaal meermaals de voeten van de grond mogen. Het is een fijne combinatie, die alleen misloopt in het verborgen laatste nummer. Het nummer is te traag en te zeemzoeterig om overeind te blijven tegenover de rest van de collectie, die op zich meer dan behoorlijk klinkt. Een beetje gedateerd misschien, maar met de heropleving van de muziek van drie decennia geleden, kan dat bezwaarlijk een onoverkomelijke hindernis zijn. C’Mon Tigre is eigenlijk een duo, toch als we naar het skelet van dit vreemde gezelschap kijken. Het duo is al net zo obscuur als de band, die eigenlijk meer een collectief is met wisselende bezettingen naargelang het nummer en de bedoeling van het basisduo. Voor het wereldkampioenschap schenen schoppen en penalty’s afdwingen door zich te laten vallen en te doen alsof ze werden neergetrapt (nietwaar Arjen Robben), maakte C’Mon Tigre de exotische single ‘Federation Tunesienne De Football’. We kregen initieel geen vat op het liedje maar gaan stilaan overstag door het nu op deze langspeler nog een paar keer te laten passeren. Afrikaanse muziek, brassband, exotische ritmes, het Constellation-label, de vruchtbare samenwerkingen van The Ex met allerlei begaafde Afrikaanse muzikanten en een groot gevoel voor variatie en experiment maakt niet alleen dat nummer maar ook de rest van de plaat tot een ware ontdekkingsreis. Het gros van de deelnemers mag dan van Italiaanse bodem zijn, de muziek is een wereldreis op zich. De plaat is niet alleen een muzikaal avontuur, maar tegelijk een reis doorheen culturen, ritmes, toonzettingen en exotica. En dat zonder ook maar één moment vergezocht of té wereldmuziekerig te klinken, wat wij een zeer aangename verrassing vinden.