VELD_VER_SLAGEN: Urban Explorers – Dordrecht

veld_ver_slagen is een rubriek over de mensen in het veld en het schemergebied achter de schermen. Gesprekken met concertprogrammeurs, evenementenorganisatoren en curatoren van kunstencentra. Kortom, de heren en dames die bepalen wat wij te zien krijgen.

Wilbertjan Vlot is in Dordrecht de vaandeldrager van de verstilde muziek. Hij is muziekprogrammeur bij het festival Urban Explorers en bij (F)Luister, zondagmiddagen met intense luistermuziek in het Centrum Beeldende Kunst.

Hoe is het festival ontstaan?
Vlot: Het is opgezet door de Stichting ToBe en het Centrum Beeldende Kunst Dordrecht (CBK). ToBe is een stichting die een aantal jaren geleden is opgericht ter ondersteuning van popmuziek in Dordrecht. Die stichting heeft bijvoorbeeld gezorgd voor goede oefenruimtes, die er heel lang niet waren in Dordrecht. Urban Explorers is door hen opgezet als festival dat zowel beeldende kunst als de avontuurlijker muziek zou herbergen. De insteek daarbij was om te zoeken waar kunst de interactie met de stad aangaat.

Hoe stel je het muziekprogramma samen en van welke criteria maak je daarbij gebruik?
Ik begin niet echt vanuit een muzikaal genre, maar laat me leiden door een gevoel voor kwaliteit. En ik moet rekening houden met de verschillende locaties die we gebruiken. We gebruiken de Bibelot, dat is een gewone popzaal waar vijfhonderd man in kunnen, maar ook een oud industrieel gebouw. Dat vraagt natuurlijk allebei om heel andere acts. Ik kan me altijd goed laten inspireren door de sfeer van een locatie.

Je bent zelf naast Urban Explorers begonnen met het enkele keren per jaar organiseren van (F)Luister, zondagmiddagen met ambient, soundscapes en folk. Wat was daar de aanleiding voor?
Ik merkte dat bij Urban Explorers juist de experimentelere muziek erg gewaardeerd werd; dat is echter muziek waarvoor in Nederland eigenlijk te weinig plek is. In Nederland is een zaal toch al snel f rock f dans en daarmee houdt het op. Alleen op festivals is er ruimte voor experimenten, maar er zijn weinig tot geen vaste locaties die dat programmeren. In tegenstelling tot Vlaanderen, waar naar mijn idee veel avontuurlijker wordt geprogrammeerd. Dus ik wilde daar wel meer mee. Daarom ben ik begonnen met de (F)Luister-middagen, zon vier vijf keer per jaar in het Centrum Beeldende Kunst.

Hoe zou jij de geringe aandacht voor experimentele muziek in Nederlandse zalen verklaren?
Ik weet het niet precies, ik vind dat lastig. Maar ik verbaas me er wel altijd enorm over dat als een vrij obscure band bij een festival als Motel Mozaque speelt de hele zaal uitverkocht is, terwijl als diezelfde band een week later een optreden geeft in een zaal, er maar tien tot twintig mensen op afkomen. De interesse van het publiek voor experimentelere muziek is dus ook beduidend anders dan in Vlaanderen. Hier heerst nog altijd meer een stapcultuur. Mensen gaan een gezellig avondje uit en niet zozeer naar een band of act kijken. Volgens mij verklaart dat ook waarom mensen zo graag door de muziek heen praten en waarom festivals met moeilijkere muziek beter aanslaan; een festival is immers ook een leuk avondje of dagje uit. Een andere verklaring is denk ik ook dat de tendens bij popzalen in Nederland is dat het allemaal grootschaliger moet. Terwijl van een festival als Urban Explorers de kleinschaligheid de grootste charme is. Het is allemaal heel overzichtelijk. Muzikanten, bezoekers en organisatoren eten allemaal samen op een centrale plek. Je ziet regelmatig muzikanten die op een bepaalde dag moeten spelen toch het hele weekend blijven om de andere bands te zien. We zijn daarmee ook een festival voor de muzikanten zelf. Dat soort kleinschaligheid is er denk ik te weinig in Nederland.

Dit artikel verscheen eerder in Gonzo #92

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!