“Niemand stapt twee keer in dezelfde rivier”, mijmerde de Griekse filosoof Heraclitus toen die zijn hoofd brak over verandering. Met de quote “No one steps into the same room twice” refereerde ook de Britse drummer en componist Chris Cutler naar deze presocraticus’ levensvraag. “Verandering of niet?” veranderde tijdens Cutlers lezing in de AB’s Huis 23 wél in “Loops of enkel repetitief?”
Cutler is ook muziektheoreticus en filosofeerde zaterdagavond over de relatie tussen loops en moderne techniek. De Brit is van mening dat zonder hulpmiddelen het voor de mens nooit mogelijk is een loop te maken; het menselijk brein is niet geprogrammeerd om precies hetzelfde te herhalen. Repetitieve muziek laat namelijk altijd kleine verschuivingen horen en dat in tegenstelling tot geloopte muziek. Deze zag enkel het licht dankzij de vooruitgang die er in de jaren 1960 gemaakt werd in de kunstmatige intelligentie. In het begin nog beschouwd als ongelukjes in muziek-en filmstudio’s werden loops sindsdien vaak een essentieel onderdeel van video installaties en experimentele muziek. Ook techno gebruikt deze techniek en verandert muziek zo in een mechanisch en onmenselijk iets; “ Techniek heeft een erg grote invloed op ons gedrag”, stelt Cutler. Het is trouwens niet verwonderlijk dat de drummers lezing georganiseerd werd door het Belgische interuniversitaire project ‘Literature and Media Innovation’ (LMI) dat stijlveranderingen in hun culturele en technologische context onderzoekt.
Technologie was voor de drummer-componist immers altijd belangrijk; vertrekkend van de de ‘bottom up’-techniek (waarbij drummers zichzelf eerst complexe ritmepatronen aanleren om zich daarna pas de basics eigen te maken) ontwikkelde hij als lid van de progressieve rockband Henry Cow al in de jaren 1970 zijn eigen drumstijl. Real-time processing was én is ook Cutlers credo; door cimbalen, basdrums en hihats te versterken en die door allerhande pitchshifters, delay-en reverb effectpedalen te jassen tovert hij de drum om tot een, duistere drones genererend, elektroakoestisch instrument. In combinatie met allerlei percussie instrumenten zoals chimes, berimbao’s en metalen doosjes resulteerde dat in Brussel in een erg boeiende, veertig minuten durende, soundscape.
Die begon ingetogen en jazzy om dan langzaam aan te evolueren naar nachtelijke ( en wat tribaal) aandoende, Black Dice-achtige pokkeherrie op downers. Snerpende, knisperende mini-loops kringelden daaruit op om dan snel weer op te lossen in een mengeling tussen David Lynch’ ‘Mulholland Drive” denkbeeldige soundtrack en Eddie Prévosts AMM Free Improvisation Group. Een E.A.R-esque avant-gardistisch hoorspel desintegreerde vervolgens opnieuw in geïmproviseerde, minimalistische way-out jazz.
Hoewel de componists lezing misschien verzandde in wat té intellectualistisch geneuzel was dit een erg fijne ontdekkingstocht doorheen hedendaags muzikaal experiment. Hoedje af voor Huis 23, het LMI en last but not least: Chris Cutler.
Gezien: Lezing Chris Cutler, Huis 23, Brussel