Het blijft een aantrekkelijke formule, die het Amsterdamse Muziekgebouw aan ’t IJ hanteert voor de serie Listen To This. Een concert in de Grote Zaal wordt gecombineerd met een voor- en naprogramma op het foyerdeck. Vrijdag 6 december werd de serie ingevuld met toetsinstrumenten en mode onder de titel SUPER T-market. Pianiste Tomoko Mukaiyama, die het centrale concert gaf, wilde deze avond haar podium delen – zelfs letterlijk – met jong talent.
De Tomoko Mukaiyama Foundation heeft de voor- en nashow dan ook samengesteld met improvisatiecollectief dOeK ende Rietveld Academie. Modestudenten van de kunstacademie presenteerden hun kledingontwerpen en verzorgden een soort performances. Veel had het – figuurlijk – niet om het lijf, maar fleurig was het wel. Het is duidelijk wie er boven uitstaken, overigens: Carmen Schabracq met haar eigen wereld aan maskers – als een soort gebreid universum van Jeroen Bosch – en Duran Lantink, recent afgestudeerd met een interessante collectie. Jammer dat hij een nogal platte fascinatie voor het grote gebaar heeft.
Eveneens recent aan de Rietveld Academie afgestudeerd is Jessica Tucker, die een zeer aangename muzikale bijdrage aande avond levert. FETTER – podiumnaam van Tucker – maakt goed opgebouwde, meeslepende liedjes en sferische klanklandschappen met stevige elektronica. Er klinkt een sterke link met de postpunk en elektronische muziek uit de jaren 1980: strakke, harde beats van de drumcomputers, zwervende lijnen uit een Korg-synthesizer, daaroverheen dromerige of droeve zang. Met eigentijdse invalshoek, dat zeker. Laag na laag bouwt ze de nummers op, met gesamplede en herhaalde frasen en soms een stevige drone. Daar overheen zingt ze zonder geschmier, maar met een warme stem, die bij een enkel nummer goed door de distortion wordt gehaald. Ook van die Einstürzende Neubauten-cover maakt ze een echt FETTER-nummer.
Mode, Japan, Nederland, muziek: het komt ook allemaal samen bij de optredens op het foyer-deck van Oscar Jan Hoogland. De toetsenist, improviserend musicus en componist begint met een fraaie improvisatie. Opnamen van het drukste kruispunt in Tokio vormen een basis waarop hij met de klanken van een radiootje, melkschuimers en voorwerpen als een schaal op de snaren een boeiende geluidscollage maakt. Later op de avond treedt hij op met een poporkest. Dat wil zeggen: een band van paspoppen met megafoons, die aangestuurd door Hoogland samples ten gehore brengen, terwijl hij vinyl draait en met kwasten drum en bekken bespeelt. Vermakelijk om te zien, swingend om te horen en door Hoogland met zichtbaar plezier opgevoerd.
Middelpunt van de avond, en voor een ruim deel van het publiek de voornaamste reden om te komen, is het optreden van de Japans-Nederlandse pianiste Tomoko Mukaiyama. Terecht, bewijst Tomoko. Ze speelt een uur in haar fameuze krachtige en snelle stijl, waarbij ze composities uit behoorlijk uiteenlopende hoeken en perioden verbindt. Zeer vergelijkbaar met haar eerdere ‘Sonic Tapestries’ plaatst ze deze avond fragmenten uit stukken van Yannis Kyriakides, Simeon ten Holt, Louis Andriessen, Jan Pietersoon Sweelinck, Karen Takana, Merzbow en eigen improvisaties naast elkaar. Door de fragmenten zo te combineren en zonder pauze vloeiend te verbinden, krijgen de verschillende composities een nieuwe context en blijken ze minder ver uit elkaar te liggen dan je zou verwachten. Het ‘organisch minimalisme’ van Ten Holt, de verschuivingen bij Kyriakides, de ‘Techno Etude’ van Tanaka, de barokke notenstorm van Sweelinck: alles sluit wonderwel op elkaar aan. Tomoko’s interpretatie en pianospel dwingen grote bewondering af. Apotheose is ‘Black Mass’, een overdonderende noise van Tomoko’s ritmische, pulserende pianospel met op tape de piepende, krassende, schreeuwende elektronica van Merzbow. Tegelijkertijd schrijden traag modellen met overwegend zwarte kleding van Lantink voor en over het podium. Een totaaleinde dat neigt naar drama, maar desalniettemin indrukwekkend is.
Na het concert gaat de avond nog lang door, met een modeverkoop die taferelen oproept van H&M-winkels als er een ontwerperscollectie wordt geïntroduceerd, en optredens van Hoogland en FETTER. Een deel van het publiek besluit nog even de installatie Wasted van Mukaiyama te bekijken – een labyrint van 12.000 witte jurken dat uitkomt in een centrale, haast sacrale ruimte, waarmee Tomoko uitdrukking geeft aan haar gedachten en gevoelens over vrouwelijkheid, vruchtbaarheid, geboorte en dood. In Muziekgebouw aan ’t IJ wordt de installatie voor het laatst getoond, nog tot 15 december.