Vrijdag 8 november – De eerste film in Leeuwarden die ik zie start gemoedelijk; met spelende kinderen die allemaal boven op de prullenbakken van een binnenplaats gaan staan, zodat hun hoofden beschenen worden door de zon. Het sluit heerlijk aan bij de net afgelegde treinreis naar Leeuwarden, langs bedauwde velden. Het is de zwart-wit film The Sun in a Net (originele titel: Slnko v sieti), een Slowaakse klassieker uit 1962 van Stefan Uher die aan de basis schijnt te staan van ‘Tjechoslowaakse New Wave’- films.
Waarom die nu op een festival te zien is? Het Slowaakse filminstituut viert haar vijfstigste verjaardag en de digitalisering van deze film blijkt de moeite waard. Het programmeren van films die je anders niet zou zien lijkt me een van de taken van een festival en daar slaagt het Noordelijk Film Festival (NFF, ondanks de spraakverwarring met het Nederlands Film Festival) zeker in.
De naam van het festival impliceert een lichte voorkeur voor het Noorden en dat komt onder andere tot uiting in een speciale Scandinavische film serie Noordse Focus. Daaruit zie ik een Nordic Shorts programma getiteld ‘Uncomfortably Young’ – met op een goede manier zeer ongemakkelijke momenten – en de speelfilm ‘Sons of Norway’ (Jens Lien). Die laatste is een film uit 2011 (het NFF vond vorig jaar niet plaats) waarin de confrontatie getoond wordt tussen hippies en punkers. Hoe moet je je afzetten tegen een vader die vindt dat je je moet afzetten? Ook bevat de film een interessante visie op punkers “it is supposed to sound shit”, met een “everything is crap” gastoptreden van Sex Pistols Johnny Rotten.
Voor de films beweeg je je van de enorme zalen in Schouwburg de Harmonie over het marktplein naar de veel kleinere zaaltjes van Slieker Film in het Fries Museum. De Harmonie als hoofdlocatie van het festival heeft ook een muzikale programmering in de enorme foyer. Het komt mogelijk door de setting, maar de muziek verwordt hier enigszins tot wachtruimte geluid. Toch is het leuk om tussen de films door zoveel bezoekers te kunnen bekijken. De gemiddelde leeftijd is niet heel jong, merk ik ook als ik de dönertent halverwege de twee locaties bezoek. Uit het commentaar van de medewerkers blijkt duidelijk dat er normaal gesproken niet zo veel vijftigjarige grijzende heren te gast zijn.
Om nog een trein terug te kunnen halen, sluit ik mijn dag af met het Turkse ‘Thou Gild’st the Even’ (Onur Ünlü, 2013). Weer een film in zwart-wit, met absente blikken, die me juist door het contrast doen denken aan het beeldschone – eveneens zwart-witte – ‘Blancanieves’ (Pablo Berger, 2013), dat hier ook geprogrammeerd staat. De film bevat sociaal realistische elementen en een dosis magisch realisme: kleine familiehuisjes, waar personages over bijzondere krachten beschikken en een autorit gemakkelijk op zijn kop in beeld komt – zoals dat trouwens ook voorkwam in ‘Sons of Norway’. Zo maak je nog eens interessante(?) analogieën, door de brede actuele kijk op Europese film.