Elk jaar houden we onszelf voor: dit was onze laatste Dour. Niet omdat het dan is tegengevallen, maar omdat we overtuigd zijn dat het enkel nog bergaf kan. Maar dan, op een mooie dag in het voorjaar, verschijnen weer de eerste nieuwe namen voor de volgende editie… en het begint weer te kriebelen. Zien we voor ons geestesoog weer de heuvels rond de Plaine de La Machine à Feu opdoemen, komt die onverklaarbaar welriekende stank weer in de neusgaten, proeven we de zoete “pain mexicano” op onze tong. En telkens weer groeit het besef: ze kunnen ons daar niet missen, en vice versa. En zo komt het, beste lezer, dat u hier alweer een persoonlijke vooruitblik kan lezen voor wat onderhand onze twintigste jaargang Dour Festival zal wezen. Geniet ervan, voor ons wordt het de laatste – daar zijn we nu nog van overtuigd.
Een les in relativiteit: Rock Werchter klokt met een volle keet dit jaar af op 139.000 bezoekers. Dour Fest doet het al enkele jaren heel wat duizenden beter met 150 à 160.000. Onze nationale kwaliteitskranten besteden aan Werchter nog steeds plichtsgetrouw ettelijke pagina’s per dag om toch maar alle artiesten op elk podium te kunnen bespreken. Daarentegen zal je over Dour slechts een paginalange feature tegenkomen, als er dat weekend tenminste een freelancer beschikbaar is. Waarom beide festivals met verschillende maten en gewichten worden gewogen, mag een raadsel heten. Is de Borinage te ver rijden? Speelt er onverhoeds een Vlaamschgezinde reactie op bij de landelijke muziekredacties? Smaakt de Chardonnay in de backstage van Werchter dan toch beter? Of kan het zijn dat het comfortabeler is om vier dagen lang drie podia te verslaan waar vooral gevestigde namen het mooie weer maken, dan een gekkenhuis met acht podia en 200 namen waar je er nauwelijks de helft van herkent. Nochtans is die laatste constellatie ontegensprekelijk de betere verbeelding van het muzikale landschap in deze verwarrende tijden. Nu goed, ontkenning is altijd een zeer menselijke copingstrategie gebleken…
Allemaal zonder twijfel stof voor een ander artikel dat misschien ooit nog geschreven wordt. Hier en nu verlaat ik die overpeinzingen voor een veel aangenamere gedachte: van mijn eigen redactie mag ik Werchter links laten liggen, en mag (nee: moét) ik ook dit jaar weer mijn ervaringen op Dour proberen te vatten in woorden, voor zolang als mijn tanende gestel het kan trekken (de voorbije jaren was dat gemiddeld drie dagen). Ik geef u hier alvast een inkijk in het noodzakelijke huiswerk dat aan zulk een onderneming vooraf gaat. Doe er uw voordeel mee!
De belangrijkste en meest welkome gast op het festival wordt zonder twijfel: een stralende (brandende?) zon. Helemaal zeker ben je in dit kikkerland nooit, maar de weersverwachting is dermate optimistisch dat we het alternatief zelfs niet willen overwegen. Vaste klanten op Dour weten dat het festival de laatste jaren steevast een nat beunweer van jewelste mocht ondergaan, met desastreuze gevolgen voor de moerassige ondergrond. Daaruit volgt dan veel tandengeknars, en een zinloze discussie of en wat eraan gedaan kan worden. Feit blijft: zonder regen is meteen het voornaamste obstakel voor een losgeslagen feestje uit de weg.
Hiphop
Want ook dit jaar zal het niet aan de namen liggen. Op het eerste gezicht valt al de piekfijne hiphop-programmatie op, waarbij donderdag al meteen twee kleppers van de nieuwe lichting (zie ook uw laatste Gonzo) aantreden: Riff Raff en Action Bronson. De eerste is een surrealistisch flamboyante Wigga die met z’n ongrijpbare charme en ontegensprekelijk creatieve popart nu al enkele jaren lang Youtube en Vine verovert – duidelijk met een langetermijnsplan van wereldheerschappij. Of zich dat ook in een spannende liveshow vertaalt valt nog af te wachten. Die vraag stelt zich alvast niet bij Action Bronson, een gezette Newyorker met wiet, losse vrouwen en lekker eten als geliefkoosde gespreksonderwerpen (de man was dan ook kok in een vorig leven). Wie hem vorig jaar in de Charlatan (Gent) aan het werk zag kan alvast beamen: het charisma druipt van het podium, en de man geeft zich op een podium helemaal. Zijn samenwerkingen met Riff Raff (zoals het epische ‘Bird On A Wire‘) doen tevens een feestje op het podium verhopen. Tenslotte vermelden we hier graag nog Mykki Blanco, de enigmatische weirdorapper die alvast weet hoe hij/zij (Mykki is transgenderist) zich in de kijker moet werken met hoogst bevreemdende video’s. Hopelijk weet hij/zij live hetzelfde effect te sorteren.
Er zullen vast wel wat mensen zich verheugen op de doortocht van Wu-Tang Clan, maar ons hebben ze niet meer – de Clan is onderhand zo groot dat vooral in Europa vaak slechts een paar kernleden opduiken, aangevuld met een legertje vazallen. Nee, dan kijken we meer uit naar Jurassic Five, nog steeds goed voor het vetste hiphopfeestje dat we ooit mochten meemaken (te weten: VK Brussel, 2001) en bovendien op Coachella nog bewezen dat ze terug vlijmscherp staan. Kijk vooral uit naar het werkelijk waanzinnige scratch-intermezzo van dj’s Cut Chemist en Nu Mark (als ze met hun speeltjes tenminste door de douane raken).
Nog ouwe glorie met evenwel een hoge risicofactor: Ultramagnetic MCs. Eén verzoek aan de organisatie: zorg alstubliéft dat Kool Keith dit keer geen zeggenschap krijgt over de visual show tijdens het optreden. We hebben op tijd en stond nog steeds nachtmerries over de gigantische zwarte tampeloeres (dooraderd en wel) uit de hardcore pornoprojecties tijdens zijn vorige passage op Dour. Wel handig om de aandacht af te leiden van zijn beroerde podiumprestatie – we hebben weinig hoop dat zijn voormalige crew het niveau voelbaar zal opkrikken, maar toch net dàt beetje om ons aan op te trekken.
Ook DJ Lefto’s gecureerde podium op zaterdag biedt straffe hiphop (met als absolute uitschieter het Dynamische duo uit Detroit, Apollo Brown & Guilty Simpson), maar nog meer kijken we uit naar de meer eigenzinnige namen op zijn affiche. Flying Lotus is natuurlijk al een gevestigde naam, maar met elke volgende stap in zijn carrière weet hij opnieuw te verrassen, uit te dagen, mogelijk teleur te stellen. Twee jaar geleden stond hij op Dour met een jazzcombo, dit jaar pakt hij hopelijk uit met de oogverblindende 3D show waar we al te veel over gehoord en te weinig (i.e. niks) van gezien hebben.
Eerder op de dag komt keyboardist Robert Glasper met zijn Experiment laten zien hoe je dat doet, de jazztraditie spannend houden door verleden en heden langs één unieke en geheel eigen stem te kanaliseren. Glasper’s werkwijze verschilt eigenlijk weinig van de oude meesters: flarden bijeengeraapte populaire cultuur (van Herbie Hancock over Mongo Santamaria, tot Radiohead en Nirvana) worden meegeroerd in een geïmproviseerde hutsepot. Maar zijn voornaamste toetsteen blijft hiphop – en als u dat bekend in de oren klinkt, dan heeft u duidelijk nog geen Robert Glasper gehoord.
Electronic
Het aanbod electronica op deze editie van Dour is werkelijk te overweldigend om er trefzeker enkele namen uit te pikken. Gaan we voor de ouwe getrouwen – Nathan Fake, Skream, Rusko, The Bug, Modeselektor? Of geven we vooral de jonkies een kans – we hoorden immers al lovende woorden over Ben Pearce, Ben UFO, Cashmere Cat? En dan is er nog een allegaartje aan klinkende namen van het moment: Gold Panda (met een vers – zij het wisselvallig – album op zak), Com Truise, Joy Orbison, of het buitenbeentje Dan Deacon (kan u geloven dat we die nog nooit live aan het werk mochten zien?)
Op de affiche valt ook heel wat éminence grise te vinden: Carl Craig, Amon Tobin, DJ Shadow, Venetian Snares. Redelijk benieuwd zijn we naar de liveset van techno-legende LFO (tegenwoordig gewoon het pseudoniem van Mark Bell). Het is alweer tien jaar geleden dat onder die naam nog origineel materiaal werd uitgebracht, dus het is de vraag of dit gewoon een rondje incashen op oude glorie zal worden. Enkele liveclips op Youtube doen vermoeden van wel, en dan is de volgende vraag of we dat erg moeten vinden.
Rock?
Als we toch even de sikkeneur mogen spelen: tussen al dat electronische geweld is het even zoeken naar frisse gitaren. Wel veel gevestigde namen als Mark Lanegan, The Vaccines, Danko Jones en ook Mike Patton maakt z’n bijna jaarlijkse act de présence, dit keer met Tomahawk. Maar graag hadden we wat meer rockend volk gezien als Thee Oh Sees of Two Gallants (beide jammerlijk op zondagavond, wanneer onze vermoeide knoken eerder zullen snakken naar een verkwikkend bad en een volwaardig bed). En neen, fucking Jacco Gardner telt niet, voor ons evenmin als Kadavar. Maar laten we eindigen op een positieve noot: op vrijdagavond worden we lamgeslagen door een machtig triumviraat van post-metal, met achtereenvolgens Pelican, Torche en Amenra. Niet de meest verrassende namen uit het genre, maar zeker ook niet van de minste. En laten we onszelf niets wijsmaken: drie à vier dagen lang zullen we zodanig met allerlei klanken en kleuren om de oren worden geslagen, dat na afloop al die oubollige genre-grenzen zullen verdampen in één langgerekte muzikale roes.