Daedelus

Pitch groeit en verrast minder

“Op de dansfestivals waar ik kom, wordt nooit gedanst”, zegt collega Peter Bruyn vaak. De derde editie van Pitch geeft ‘m een beetje gelijk.

Daedelus
Daedelus en zijn Archimedes

“Dit is échte muziek, heel iets anders dan James Blake”, brult Luciano Latuny in mijn oor terwijl hij zijn lichaam beweegt op de beats van Azealia Banks. Wat vind je eigenlijk van die Trap-hype?”, vraagt hij. Om direct zelf het antwoord te geven: Trap is muziek gemaakt zonder ziel, voor white kids, risicoloos én inhoudsloos. Een trek van zijn ultrasmalle joint en Latuny danst weer verder op de stuiterbeats van Banks. Hij heeft een punt. Trap is een slap aftreksel van het genre waaruit de muziek is ontstaan: crunk en Miami bass. Banks steekt tijdens haar optreden de draak met het genre door Baauers ‘Harlem Shake’ onder handen te nemen en er échte bass music van te maken: zweterig en hypnotisch. Uiterst geschikt om je kont op te schudden. Een stel ietwat gezette blonde meisjes uit Purmerend voegen de daad bij het woord. Ze genieten zichtbaar. Later meer over Banks. James Blake heeft het op datzelfde moment moeilijk in de grootste tent, er kunnen zo’n zesduizend mensen in, van Pitch. Zijn publiek bespreekt eerst fluisterend, daarna luidkeels, de afgelopen week terwijl de Brit zijn breekbare liedjes brengt. Goed, ik ben geen fan van Blake, die na zijn zijn twee aardige ep’s gekozen heeft voor het maken van introverte liedjes waarin zijn onvaste stem zich vastklampt aan diepe baslijnen. Klinkt te bedacht, te neuzelig ook. Althans, vind ik. Live komt Blake in ieder geval niet tot z’n recht in een festivaltent. Zijn muziek verdient een beter podium.

Blake is een van de weinige introverte acts op de vrijdag van Pitch dat afgelopen weekend voor de derde maal werd georganiseerd op het terrein van de Westergasfabriek in Amsterdam. De eerste twee edities waren kleinschalig en intiem. Dit jaar trekt het festival rond de elfduizend bezoekers. Dat is te merken. Niet alleen is het publiek een stuk jonger, ook het terrein ziet er anders uit. “Er had best meer aandacht besteed kunnen worden aan de aankleding”, moppert fotografe Anne Vlaanderen, “Nu ziet ‘t eruit als elk ander festival. Dezelfde muntjesautomaten, dezelfde zielloze hekken en tenten.” Ze heeft gelijk. Het festival bestaat uit twee gedeeltes. Rond de Gashouder zorgt de uitstraling van de industriële gebouwen voor sfeer, aan de oostzijde waan je je op Lowlands of ander zomerfestival. Zonde. De aanwezige kleine en lokale drink- en eetalternatieven verzachten de pijn enigszins. In zijn recensie van DJ Broadcast typeert René Passet Pitch mede daardoor als een festival voor hipsters, maar juist de heerlijke biologische friet, zalige met liefde gemaakte esspresso en cappucciono en smakelijke bruine boterhammen met lekkers dragen bij aan een betere festivalervaring. Passet heeft gelijk: Pitch is een hipster-festival geworden. Interessantere constatering? Op Pitch wordt nauwelijks meer gedanst. Vreemd voor een elektronisch muziekfestival met een focus op dansmuziek. Oorzaak? De recente muzikale ontwikkelingen in Britse en Amerikaanse dansmuziek.

Pitch aankleding die wel hout snijdt
Pitch aankleding die wel hout snijdt

Vorig jaar was ik bij een optreden van Rustie in Keulen, waar de Brit een dansbare set bracht met een duidelijk begin en einde. Op Pitch, in de prachtige Gashouder, springt Rustie van hoogtepunt naar hoogtepunt. Beats en ritme houdt hij niet langer dan een paar minuten aan om het daarna weer over een andere boeg te gooien. Vervelend en irritant. Rustie lijkt er te vallen voor de besluiteloosheid en het vrijblijvende dat zo typerend is voor het eerder genoemde Trap-genre. Vreemd gezien de achtergrond van Rustie, die geworteld is in UK garage, vroege house en drum’n’bass. Gelukkig blijft ie aan de goede kant van de streep. JETS, Jimmy Edgar en Travis Steward, doen in het Transformatorhuis wel een poging om te komen tot een dansbare set. Ondanks de goede bedoelingen en te gekke klanken – het duo zoekt de grenzen van house, garage, techno en bass music op – faalt JETS jammerlijk. Geen enkele overgang wordt goed ingemixt. De intieme, euforische maar nergens exploderende house van Jon Hopkins weet eveneens geen potten te breken. Te gekke set, daar niet van, maar de setting werkt niet mee. Westerunie is afgeladen val, hutje mutje, loeiheet en daardoor geen geschikte omgeving om langzaam te verdwijnen in de prachtige klanklandschappen die Hopkins uit z’n apparatuur tovert. Nee, de Pitch-vrijdag is vooral het terrein van extraverte bass music. Dizzee Rascal is een perfecte afsluiter op het hoofdpodium, al ontbeert zijn optreden de scherpe maatschappijkritische angels van vroeger. Lelf, een helft van Das Racist, doet een verdienstelijke poging om wél te wringen. Doet ie goed. Als een dartelend veulen negeert hij vooral de harde beats die de machine komen. Zo stelt hij indirect een aantal interessante vragen: wat is ritme? Is de machine een masculiene uitvinding? Subtiel en wellicht iets te ingewikkeld voor het enthousiaste publiek.

Nee, dan Azealia Banks. Geen subtiliteiten bij haar. De jonge Amerikaanse zangeres speelt met clichés. Schaars gekleed declameert ze haar teksten in de Gashouder waar het publiek direct reageert op de dwingende beats. Footwork, bass music, hiphop, dub, Banks husselt het door elkaar en laat het niet na muzikale citaten opzichtig in haar nummers op te nemen. Zoals het eerdergenoemde ‘Harlem Shake’. Wie niet verder kijkt, ziet een slank, donker meisje in een speelpakje dansen op clichématige muziek. Banks is echter veel meer. Haar act bestaat uit allerlei kritische verwijzingen naar onze hedendaagse westere cultuur. Aan elk detail is gedacht. Zo zijn de vrouwelijke en mannelijke danser die haar op het podium bijstaan niet van elkaar te onderscheiden. En zijn er nog die aanstekelijke baslijnen en beats die schuren, vloeien, schuren en vloeien. Luciano Latuny heeft gelijk: in vergelijking met Azealia Banks is Hudson Mohawk slappe hap.

Disclosure krijgt iedereen aan 't dansen
Disclosure krijgt iedereen aan ’t dansen

Niet alleen muzikaal heeft de zaterdag minder te bieden dan de vrijdag: er zijn meer hipsters, er wordt (nog) minder gedanst en, ondanks het fijne weer, er zijn minder blije gezichten. Gelukkig zijn er minder rijen. Een deel van het publiek is gekomen voor de acts die spelen in de grote tent aan de oostzijde: Bonobo, Trentemøller, die een uitstekende live-set met band speelt waarin vooral nog niet uitgebracht materiaal van het nog uit te komen derde album ‘Lost’ centraal staat, en Disclosure. Ze voelen geen noodzaak zich te verplaatsen. Het hoogtepunt van de dag vindt plaats aan de andere kant. Daedelus deelt het podium met Archimedes, de door hem en visual designer Emmanuel Biard ontworpen spiegelsculptuur die aangedreven wordt door een robot. De twee werken perfect samen. Muzikaal tapt de producer uit San Francisco al jaren uit hetzelfde vaatje. Niet erg, want zijn geluid klinkt nog steeds vers, nieuw en spannend. In de grote tent blinkt Bonobo uit in het tegenovergestelde. Goed, er wordt live gespeeld. Het resultaat klinkt echter zijig en slap. Lounge had in de jaren 1990 meer pit. Kan veel beter, zo bewijst ’t Brandt Bauer Frick Ensemble dat aan het einde van de middag techno maakt als een bigband. Niet altijd even overtuigend, maar wel bijzonder leuk om naar te kijken en gebracht vol overgave en spelplezier. Ideaal lome zaterdagmiddag-vertier.

Brandt Bauer Frick Ensemble wordt steng geleid
Brandt Bauer Frick Ensemble wordt streng geleid

Over jaren 1990 gesproken: Disclosure mag dan wel een piepjong – 19 en 21 – zijn, muzikaal wordt er teruggegrepen op house en UK garage van een dik decennium geleden. Doet het duo overigens uitstekend, al ontbreken eigentijdse elementen vrijwel volledig. Knap beweegt Disclosure voort op het verlangen naar de terugkeer van euforie en toekomstgeloof in dansmuziek. Die aanpak slaat aan. De tent puilt voor het eerst uit en er wordt gedanst. Enige smet? Ondanks de belofte van een live-optreden komen de vocalen gewoon uit een doosje. Ook die van Aluna Francis die eerder op de avond in de Gashouder aantreedt met haar eigen act – AlunaGeorge. Gemiste kans en toch ook een beetje onbetamelijk.

En zo past Disclosure perfect bij deze derde editie van Pitch. Fijn festival, maar de voortekenen van het verlies van de authenticiteit die Pitch zo bijzonder maakt zijn er: de aankleding komt steeds meer uit een doosje en de line-up verdient meer acts mét smoel.

Foto’s: Anne Vlaanderen

Gezien: Pitch,vrijdag 5 en zaterdag 6 juli, Westergasfabriekterrein Amsterdam.

tekst:
Theo Ploeg
beeld:
deadlus2
geplaatst:
do 11 jul 2013

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!