De Duitstalige Belgische organisatie Meakusma brengt één keer per jaar geluidskunst en muziek van gemengde Duitse en westerse makelij samen in een volgepakte elektronische avond, mede ondersteund door het Goethe instituut. Zoals altijd is de standplaats Brussel, in de naast elkaar gelegen kapel van de Brigittinen en het culturele treinstation van de Recyclart. Het beloofde van te voren al een avond te worden van diverse elektronische sferen voor het getrainde oor.
Het programmagedeelte in de Brigittinenkapel was uitverkocht voor de 250 beschikbare zitplekken, al was de organisatie gelukkig toegeeflijk genoeg om extra mensen binnen te laten voorzover dat mogelijk was. Bij binnenkomst in het cafegedeelte zagen we Detroit dj-op-leeftijd Anthony ‘Shake’ Skakir gehuld in een groot American Football shirt van de Atlanta Falcons met rugnummer 21 (voormalige speler Deoin Sanders, voor wie het weten wilt) nog rustig genieten van zijn maaltijd en een kriek biertje erbij. Even later hobbelde hij kalm richting de zaal met behulp van zijn wandelstok, eigenlijk toch wel een aandoenlijk beeld van een technoscene waarin vele godvaders stilaan de derde leeftijd aan het ingaan zijn. De tijd gaat sneller dan men denkt en we bekennen deze zelfbeschouwing. In een minimaal en sacraal decor beet geluidskunstenaar Thomas Köner de spits af voor het toegestroomde publiek, gezeten op stoelen en een hoge tribune. De lichten werden gedimd en de eerste klanken sijpelden ijl door de kapel. Arctische winden en ijzige soundscapes deden ons peinzen naar klanken uit een industriële ijstijd, verstoken van enig leven of tijdsbestek. De vele sub bassen en donderende drones deden in dit seizoen van vele zieken menige zere kelen in de zaal kriebelen en hoesten. Wat zwaar geluid al niet kan losmaken, gelukkig is Köner geen Jan Decleir. De grenzen tussen organische en industriële sferen vielen niet te definiëren en dat maakte het voor de attente luisteraar tot een interessant hoorspel dat met de ogen dicht het sterkste effect had voor een interne winterse film. Ontheemding en tijdloosheid zweefden door de kapel en wie vooraf vooral noise of saaie, minimalitische drones had verwacht, kwam toch wel bedrogen uit. Köner trekt inmiddels al richting de vijftig levensjaren, maar liet horen dat hij nog altijd een sterke conceptuele klank kan brengen die weet te boeien van begin tot eind.
De volgende beurt in de kapel was aan Mohn, het project van Wolfgang Voigt and Jörg Burger. Dit optreden was een stuk meer visueel ingesteld dan de sessie van Köner door toevoeging van filmbeelden die in diverse richtingen van elkaar bewogen op de ruwe stenen achterwand van de kapel. Met symfonische synthesizer tonen werd er een begin gemaakt in de sfeer van elektronische synthesizer krautrock ten tijde van Popol Vuh en consorten en gedurende een paar composities werd deze sfeervolle lijn mooi aangehouden in balans met de aparte, ongrijpbare beelden. Rond het midden van het optreden kwam er echter teveel sleur en herhaling in het geluid van Mohn en dat deed de sfeer helaas snel afslijten. De verdere composities konden daarom een stuk minder boeien en de set gleed langzaam naar een ambivalent einde, zelfs in zoverre dat het publiek steeds meer onrustig op hun stoelen begon te schuifelen, met hier en daar omvallende bierflesjes als kletterende soundscapes. Een duale set die toch zeker wat scherper had mogen zijn.
In de Recyclart was dj Barnt al begonnen, de veelzijdige man achter het Magazine label en tevens onderdeel van de Kompakt crew. Zijn twee uur durende set bestond uit een vol uur zonder enige beats met zweverige ambient techno in de trant van Pete Namlook en het FAX label waarmee hij zorgde voor een perfecte overgang tussen de luistersferen in de Brigittinen en de beginnende dansavond in de Recyclart. Na een uur zonder beats kwamen langzaam aan de eerste bassen in zijn set via microhouse met een vroege Kompakt signatuur en het publiek bloeide daarin goed op. Wanneer uw folky lief en een artistiek directeur op leeftijd die beiden normaliter niks van techno of house moeten hebben, allebei tevreden meewiegden op de warme elektronische klanken van Barnt, dan hing er toch wel een speciale klank in de lucht. Een zeer mooie overgang en het was zelfs bijna jammer dat de Groupshow moest gaan beginnen.
De Groupshow bestond uit Jan Jelinek, Andrew Pekler en Hanno Leichtmann en op deze avond speciaal bijgestaan door Can zanger en de eeuwige-met-iedereen improviserende Damo Suzuki. Het optreden begon direct ijzersterk met een opzwepende zoem van de synthesizer, een subtiele gitaarmelodie en het onevenwichtig brommende stemgeluid van Suzuki. Het geluid was een zalige overlapping van Can met een vleugje The Silver Apples en Suicide, als een mix tussen vroege elektronische wave en improviserende krautrocksferen. Al snel kwam een deel van het publiek onder hypnose van dit opzwepende geluid en werd gaandeweg ook de rest ingepalmd. Duidelijk het sterkste optreden van deze avond en we hopen dat dit project verder uitgebouwd zal worden.
Helaas misten we door vriendschappelijke Spaanse 50’s rock’n’roll verplichtingen in een bar om de hoek de volgende act, KM/MM, het duo project tussen Kassem Mosse en Mix-Mup uit Leipzig. Van enkele vrienden hoorden we later dat ook deze een zeer sterke, eigenzinnige set hadden gespeeld waarin diverse elektronische stijlen door elkaar werden gemengd die de zaal en het publiek flink deden broeien. Tegen het einde was het de beurt aan Anthony ‘Shake’ Skakir met een afsluitende set van twee uur en in het laatste uur zagen we hem nog even aan het werk. Hij bracht een set van vroege house techno die een redelijk volle dansvloer deed stomen, al was voor ons de kop er al af en te moeilijk om in deze nostalgische warehouse sfeer te stappen. Terwijl de zinderende dansklanken van deze oude nachtbraker nog goed bleven doordreunen tot buiten de Recyclart, keerden we tevreden en voldaan huiswaarts, onze eeuwige jeugd achterlatend.
Meer foto’s van Caroline Lessire zijn hier te vinden.
Gezien: Meakusma avond – Brigittinen en Recyclart, Brussel – 16 februari 2013